zaterdag 27 september 2008

Waarom?

Toen ik negentien jaar oud was, schreef ik een tekst met als titel ‘Waarom ben ik negentien jaar geleden geboren?’

Ik herinner het mij als de dag van gisteren.

De tekst moet hier wellicht nog wel ergens rondslingeren.

35 jaren later, weet Ik wie Ik ben.

35 woelige, onrustige, vaak pijnlijke en vooral angstige jaren.

Nu Weet Ik wie dat Ik ben.

Er valt geen woord over te zeggen.

Het is een antwoordloos waarom.

Noch bitterheid, noch verdriet of boosheid.

Maar vrede, eindeloos veel liefde voor alles wat leeft.

Angst? Geen enkele.

Enkel Stilte.

vrijdag 26 september 2008

Shri Ramana Maharshi




Wanneer we het over advaita hebben kunnen we niet voorbij gaan aan een van de grootste leraren op dit terrein, Sri Ramana Maharshi. Een van de vaakst gehoorde uitdrukkingen op de weg naar realisatie van het zelf is wel ‘het ego loslaten’. Nu weet iedereen natuurlijk waar puur egoïsme toe kan leiden, dus over dat ego gaat het hier niet. Het betreft evenmin het ‘ego’ dat sommige psychologische benaderingen hanteren en waarbij gestreefd wordt naar het groeien in volwassenheid. Dat soort ego loslaten is absoluut nergens voor nodig.

Het ‘ego’ waar de leraren in de advaita en andere bevrijdingswegen het over hebben is het obstakel bij uitstek, een activiteit van het denken, een identificatie via het denken met een persoon, een bestaand figuur die meer of minder is dan andere figuren of een combinatie van beide. Dit ego, het ‘denken’ bestaat essentieel uit vergelijken. Het is gebaseerd op een gewoonte-groef met als voornaamste kenmerk de gehechtheid aan een mening over jezelf of over de ander(en). Een zelfbeeld dat maar niet wil oplossen, maar dat integendeel er alles voor over heeft om te continueren, te kunnen blijven bestaan.
Elke activiteit van het lichaam, het denken en het voelen draait bij die persoonlijkheid om de veronderstelling dat er een ‘ik’ is die iets doet. Dat ‘ik’ wordt beschouwd als een continuerende en blijvende entiteit.

De oudste bekende advaitaleraar, Bhagavan Shri Ramana Maharshi (1879-1950 heeft verreweg de meeste invloed gehad en is het levende symbool geworden van de Advaita.

Alles in zijn onderricht draaide rond de vraag ‘Wie ben ik?’. Dat was voor hem de ware vorm van zelf-onderzoek. Het toelaten van die vraag bracht volgens hem het daadwerkelijk oplossen teweeg van gedachten en identificaties. Het laten ervaren van het effect van de vraag was zonder verdere toelichting genoeg. Wanneer hem de vraag gesteld werd hoe dit dan moest gebeuren, antwoordde hij: ‘Het verkeerde ‘ik’ hoef je niet te elimineren. Hoe zou ‘ik’ zich zelf kunnen elimineren? Vindt enkel zijn oorsprong en verblijf daar!’ Wanneer je het ‘ik’ gaat zoeken, zul je vanzelf wel merken dat het niet eens bestaat. En dat is nu juist de manier om het te vernietigen want hoe kan iets dat niet bestaat vernietigd worden?’

Maar wat bestaat er nu wel en wat bestaat er nu niet? Je blijft met die vraag zitten, hoe dan ook. Daarop antwoordde Ramana dan: ‘Zoals een vonk opspat uit vuur, zo rijst individualiteit op uit het Absolute Zelf. Deze vonk wordt dan ‘ik’ genoemd. Bij iemand die niet tot besef is gekomen identificeert het ‘ik’ zich met een object, tegelijk met zijn eigen ontstaan. Zonder zo’n verbinding met een object is het ‘ik’ niet in staat te blijven bestaan. Dit is nu precies wat we ‘niet-beseffen’ noemen. De vergissing is precies de neiging van het ‘ik’ om zich als een object voor te doen.
Het lichaam is zonder gewaarzijn en kan op zichzelf niet ‘ik’ zeggen en Zijn-Gewaarzijn kent geen verschijnen noch verdwijnen. Toch ontstaat er iets tussen deze twee in als een ‘ik’ dat het lichaam als maatstaf neemt en zich ermee identificeert. Het gaat er nu om deze verknoping door te snijden. Dit doorsnijden is geen gewelddadigde activiteit maar gewoon kijken. Je dacht dat je al keek maar dat deed je niet echt. Wanneer je echt gaaat kijken zul je merken waar je die ‘ik-persoon’ kunt vinden. Het ‘ik’ is louter een ongrijpbare verbinding tussen het lichaam en louter Bewustzijn. Niet werkelijk. Wanneer je niet nauwkeurig genoeg kijkt, blijft het je last bezorgen. Kijk je met volle aandacht, dan blijkt het niet eens te bestaan.
Wanneer je het ‘ik’ werkelijk en gemeend gaat zoeken, verdwijnt het, bestaat het niet eens.

Op deze manier lijkt het echter alsof er een gebeurtenis in de tijd overheen dient te gaan; eerst dit en dan pas dat. Ramana legde echter evenveel nadruk op het feit dat het altijd-aanwezige Bewustzijn op zich altijd al zuiver gebleven is en niet verknoopt met wat dan ook. ‘Ik’ besta nu al enkel en alleen uit zuiver Bewustzijn-op-zich.

Wat wij ‘object’ noemen (of dat nu een materieel ding of een psychisch object, een gedachte dus betreft, het gaat in feite altijd om een gelijktijdig bestaan van subject en object. Ik maak nu dit bepaalde object mee en dan maak ik een volgend object mee en dan weer een ander object enzovoort. Altijd is er die vermenging, die verknoping waarin IK constant hetzelfde blijf. Anders gezegd; elke seconde dat wij ons verbeelden dat er uitsluitend objecten in onze aandacht zijn (materiële of psychische) is er tegelijkertijd het IK als subject (niet als het persoonlijke ‘ik’ dat ook niet meer dan een object is en dat slechts tijdelijk optreedt. Zonder Subject of IK is er geen enkel object mogelijk. Dan is er domweg niets. Ramana adviseert dus om altijd bij het aanwezige Subject te blijven ook al wordt je voortdurend weggelokt naar allerlei schijnbare objecten. Dat hindert niets. Altijd is het Subject, het altijd aanwezige Licht aanwezig. Nooit is het er niet!
Hoe meer je vraagt naar de bron van het ‘ik’ (persoon), hoe meer je gaat zien ‘ik’ in feite ‘IK’ is, totaal objectloos, ononderbroken ‘IK, IK, IK,IK’.
Ramana zegt dat wanneer je de illusie van het ‘ik’ van je afschudt het ‘IK’ toch overblijift. Dit kun je de paradox van de Zelfrealisatie noemen. De hele tijd bestaat er slechts één ‘IK’ en van tijd tot tijd komt dan de zich-vergissende ‘ik-gedachte’ op terwijl het IK continu blijvend is en vanuit zichzelf bestaat, zelfs voordat het manifest wordt.
We zijn hier echter aanbeland bij de grote valkuil van advaita want wanneer het advies gegeven wordt om je aandacht altijd bij het pure subject te houden, met uitsluiting van de objecten, dan klinkt dit uitgangspunt van twee realiteiten heel erg dualistisch.
Het antwoord van Ramana hierop luidt dat je niet anders kunt dan de aandacht weg houden van al die gedachten en gevoelens, voor al het objectieve zo lang je het objectieve nog beleeft als apart van het Subject! Daarna pas kun je gaan beseffen dat gewaarloosheid niet apart staat van Gewaarzijn. Gewaarzijn en gewaarwording zijn geen twee aparte realiteiten maar slechts een manier van praten om de zoeker een zeker inzicht te verlenen wat hem ertoe kan brengen zelf te ervaren dat de zogenaamde ‘materie’ (objecten) vervat zit in het kennen (gewaarzijn) ervan. Je kunt Gewaarzijn niet tot object maken. Er is geen veelvoud van. Je kunt er enkel mee samenvallen, door herkenning. Ik, Ik, Ik, continu zonder vorm, zonder inhoud, zonder klank of kleur. Verder valt er niets meer te doen dan je erin te ontspannen.
Hier is de zoektocht voorbij.
Daarom heet het ook zelf-realisatie, je moet zelf de waarheid zien en ‘IK’ is altijd aanwezig, het hoeft nergens heen. Je moet het niet gaan zoeken. Waar jij ook gaat, jij bent er.

‘IK’ is er al.


Vrij naar een tekst van Philip Renard.

woensdag 24 september 2008

SUNYATA _ Deel II

Het is natuurlijk vanzelfsprekend dat dit ego niet ogenblikkelijk zijn invloed verliest. Het duurt lange tijd voordat het volkomen doorzien is. Dat gaat van de wat grovere niveau’s naar de steeds subtielere. Wat we nu in elk geval al kunnen doen is onze rigide en gespannen overtuigingen en opvattingen wat losser maken. Ontspannen. Op die manier ga je stilaan zien dat, zelfs al is er een concrete verschijning, het niet bestaat zoals het zich voordoet. Je krijgt stilaan dieper inzicht en ervaring en je gaat de interpretatie minder volgen.
Vergelijk het met een goochelaar die een bord spaghetti heeft omgetoverd tot een sinaasappel. Aan jullie gaat de spaghetti zich voordoen als een echte sinaasappel en door de kracht van de verschijning gaat die sinaasappel zich ook aan de goochelaar als een sinaasappel voordoen maar hij gaat er niet emotioneel meer in mee. Hij is bevrijd van de begoocheling en wordt niet langer emotioneel in de war gebracht.

We hebben allemaal een verkeerde zienswijze van de zintuiglijk waarneembare wereld maar diep van binnen moeten we begrijpen, moeten we inzien dat de verschijningen niet echt zijn zodat we ze niet langer als concreet bestaande objekten gaan beschouwen. Aanvankelijk heeft niemand daar enige notie van. Iedereen gaat maar door en door in de duisterenis van de projectie van het ego. We nemen de verkeerde, concrete zienswijze waar en houden er onverbiddellijk aan vast. Dit is realiteit! Daarna komen we op een bepaald punt waar we achterdochtig worden en er twijfel opkomt. We nemen dan nog steeds de verkeerde zienswijze waar maar we houden er niet meer aan vast, het is op losse schroeven komen te staan. Er is meer ontspanning. Wanneer je dan het volledige inzicht hebt verkregen, de intelligentie van de totaliteit bezit, dan is er geen verkeerde zienswijze meer die blijft vasthouden aan het idee van een ego.

Vasthouden aan een concrete, op zichzelf bestaande verschijningsvorm bindt ons in samsara, in pijn en lijden. En de verkeerde zienswijze op zich is niet eens het ergste; wat erger is dat we persé aan die zienswijze, die benadering willen blijven vasthouden. We willen erin blijven geloven. Dan ben je emotioneel ontvankelijk om diep in de problemen te komen. Als je er niet in gelooft dan is het gemakkelijk; dan wordt je er net zo min door geraakt als wanneer je naar een film kijkt.
De wezenlijke natuur van het hele universele bestaan is dat dit niet concreet en vanuit zichzelf bestaand is. Het gaat hiet niet om een filosofie; het gaat hier wel degelijk om de realiteit.
In deze allesomvattende Realiteit, de non-dualiteit of sunyata komt en gaat al het bestaande, wordt al het bestaande geborezn en sterft het. Men zegt vaak ‘ik ben zondig, ik ben slecht of fout of negatief of ik heb niet veel kwaliteiten; ik ben lelijk’. Wat je ook over jezelf denkt, het is niet je ware natuur. Het is niet je werkelijke wezen. Je maakt je onnodig zorgen. Onze wezenlijke aard is van nature zuiver en helder, puur.
Ga hierbij echter niet te rigoureus aan het werk. ‘Ik moet een zuivere staat van geest bereiken! Ik moet het hebben want ik werk er zo hard aan, ik mediteer de hele tijd, ik hoop dat ik het volgende jaar zal bereiken!’ Neen. Zo werkt het niet, dat is onzin en deze manier van denken wordt een obstakel, het staat de realisatie eerder in de weg. Neem louter zuiver en helder waar. Wees bewust en alert. Zuiver en helder bewustzijn is altijd aanwezig, je hoeft er niets voor te doen, het is er altijd, vanzelf.
Het ego is slechts een golf, een hoge golf op de oceaan. De oceaan is er altijd en is zuiver en helder uit zichzelf. Contempleer op die zuivere en heldere natuur van je bewustzijn.

Misschien zeg je nu wel ‘maar wat is bewustzijn?’ Bewustzijn is zuiver ervaren, zowel fysiek als mentaal. De twee tegelijk. Dat is Ervaren. Dat is je ware natuur.
Contemplatie op bewustzijn of ervaren leidt tot non-dualiteit. Concentratie op de helderheid van het bewustzijn of ervaren leidt automatisch tot het gevoel dat alles verdwijnt.
Wanneer dat gebeurt hoef je niet bang te zijn maar enkel voelen dat dit het is, dat het hier om gaat. Dan moet je niet opnieuw op de gebruikelijke dualistische manier gaan denken en het ervaren als ‘dit is dat’ gaan identificeren.
Wannneer we de verkeerde zienswijze niet onderuithalen zullen we niet de zachtheid ervaren van onze werkekelijke natuur.

Een mens is gemaakt voor schoonheid. Bewustzijn is helder en deze fundamentele helderheid is er altijd. Daarom is er altijd Schoonheid.

SUNYATA _ Deel I

Sunyata is een heel belangrijk begrip in het boeddhisme. Het wordt in het Nederlands vaak vertaald door ‘leegte’. ‘Leegte’ in de zin van niet-zelf, leeg van zelf. Nog vrijer vertaald zouden we kunnen zeggen: geen ‘ik’ of ‘ego’.
Het ego is namelijk de wortel van alle begoochelingen, de wortel van alle menselijke problemen zeg maar. De manier waarop dat gebeurt is eigenlijk heel eenvoudig. Het is voldoende ons bewustzijn van moment tot moment te observeren.
Hoe denken we dat we bestaan? Wanneer je goed kijkt hoe de ‘mind’ (het denken of de geest dus) de realiteit interpreteert dan begrijp je onmiddellijk wat er gebeurt. Die geest of mind heeft het vooropgezettte idee ‘dit ben ik, daar mag ik niets van kwijtraken, zo moet het altijd blijven!’ Dit foutieve beeld van de realiteit heeft niet van doen met de werkelijke manier waarop alles bestaat.
Alle bestaande verschijnselen worden door die geest benoemd op basis van een verkeerde voorstelling van de feiten. Een bepaalde realiteit bestaat, dat is onmiskenbaar, maar die wordt dan benoemd als ‘dit is Jan, Francesca of welke naam dan ook’. Er is ‘iets’, een bepaalde verschijningsvorm en aan de hand van die vorm komt dan de conclusie ‘dit is dat’. Vorm en naam.

Het ego kan niet aanvaarden dat dit een loutere projectie is en gaat er van uit dat de realiteit, de wereld en alles wat erin is, inherent, helemaal van de kant van het objekt komt. Dat die objekten dus echt, op en uit zichzelf daadwerkelijk bestaan.
Wanneer ik bijvoorbeeld een bloem neem en zeg ‘dit is Peter’ dan zal deze opmerking ongetwijfeld op hoongelach worden onthaald. Wanneer ik echter naar mezelf wijs en zeg ‘dit is Jan, dan denkt iedereen dat dit volkomen redelijk is en normaal. Wanneeer je in de bloem Peter gaat zoeken dan zul je die nergens aantreffen. Dit is echter ook het geval wanneer ik naar mezelf wijs en zeg ‘dit is Jan’. Je zult bij nader onderzoek nergens geen Jan aantreffen.
Jan bestaat nergens. Valt dit moeilijk te accepteren? Onderzoek het zelf en je zult vanzelf merken dat het zo is. Het is alleen maar te hopen dat je er niet door uit de bol gaat.

Wanneer er dus nergens geen Peter in de bloem zit en ook geen Jan in dit lichaam, waar is ‘Jan’ dan wel? Bestaat Jan eigenlijk wel? Dat is de vraag die dan opkomt.
Misschien zul je zeggen dat dit niet zo’n goede redenering is en dat je beter kunt zeggen dat Jans bewustzijn eigenlijk Jan is. Maar Jans bewustzijn is niet Jan. Jans bewustzijn was er al voor Jan ‘bestond’ en zal er ook nog zijn nadat Jan er niet meer is. Nergens, maar dan ook nergens en ook in geen enkel lichaamsdeel is Jan ook maar te vinden!
Jan is niet meer dan een samensmelting van diverse energieën waaraan je de naam ‘Jan’ geeft die dan ook een op zichzelf bestaand leven mag leiden.
Zo wordt elke ervaring van de zintuigen, elke verkregen informatie altijd als iets concreets beschouwd. Iets dat echt bestaat dus. Dit is een dualistische zienswijze, een verkeerde manier van kijken. Het egobewustzijn houdt vast aan het vooropgezette idee dat er ergens binnen in mij iets concreets bestaat, een persoon, een ‘ik’ en dit is een totale overwaardering en vergeleken met de ware aard, het ware wezen van het bestaan volledig onrealistisch.
Als je dat nagaaat en je er totaal bewust van wordt dan zul je elke keer als je zegt ‘Ik ben dit of dat of ik zou zo of zus moeten zijn’, weten dat het een fantasie of hallucinatie is. Het is dan onmogelijk om vast te blijven houden aan het gefixeerde idee van ‘dit ben ik’.
Alles wat we normaal gesproken waarnemen wanneer we naar de dingen kijken en zeggen ‘Dit is echt, dat wat ik zie is echt, dat wat ik ruik is echt’, is dus een verkeerde zienswijze.

Misschien denk je nu wel dat dit de zaken alleen maar verschrikkelijk moeilijk maakt maar dat is helemaal niet zo. Het volstaat sceptisch te zijn en niet klakkeloos te geloven dat wat er aan je oog verschijnt, of aan je oor enzovoort niet de realiteit heeft zoals ze zich aan je voordoet. Wees achterdochtig, geloof niet onvoorwaardelijk wat men je heeft wijs gemaakt.
De juiste zienswijze hoef je zelfs niet te gaan opzoeken; ze is overal.
Sunyata bevindt zich in alle verschijnselen.

maandag 22 september 2008

ZEN Citaten



Zen-verhaal:
Een monnik vroeg aan zijn meester: Ik zoek
bevrijding.
Hij antwoordde: Waar zijn dan je boeien?
De leerling keek verbaasd: Die heb ik niet!
Toen vroeg de zenmeester: Waarom zoek je dan
naar bevrijding?


Emoties? ...
Lach, huil en dans, wat doet het eraan toe?
Zit niet vast, stroom als een rivier langs rotsen en
door ravijnen, langs weilanden en door dorpjes.
Wees bewust. Ook wanneer je boos bent.
Wees bewust. Ook wanneer je aardig bent.
Wees enkel bewust.
Leert zen geen bewustzijn?
Natuurlijk wil een monnik niet kwaad worden,
bijvoorbeeld op zijn leraar. Maar wat heeft een
leraar aan schijnheiligheid?
Zen betekent gevoel. Omdat je zonder gevoel niet
kunt zien. Een krekel springt in jouw hart.
Uiteindelijk doen alle gevoelens er niet meer toe.
Dan heb je begrepen dat je mens bent en geen god.
Dat Jezus nooit zal wederkeren. Dat mooie
woorden niet waar zijn en ware woorden niet mooi
(Lao-tse).
Bewustzijn, liefde en spontaniteit horen bij elkaar.


Neo-zen.
... Alles wat is.
Ik pretendeer hier geen nieuwe zen te brengen. Net
zoals je maar Een Jezus hebt en Een Eiffeltoren.
De zen van Japan ken ik niet, want ik leef hier. Ik
ken de zen uit Japan enkel uit boeken, films,
ontmoetingen, en dergelijke.
Hier in het Westen zijn we een stuk eenvoudiger.
Simpel met zen, simpel met advaita vedanta,
enzovoort. Hier kennen we geen lange traditie!
De kern van zen is neo-zen. Dus geen poespas met
bepaalde kleding en strenge disciplines. En geen
gehoorzaamheid aan een bepaalde richting en
zenmeester.