zondag 14 december 2008

The unbearable Lightness of Being of de ondraaglijke Lichtheid van het Bestaan.

Op een gegeven moment in je leven kan het gebeuren dat je je gaat afvragen wie je bent en wat je hier nu eigenlijk doet. Het kan ook net zo goed dat dit niet gebeurt. Maakt verder trouwens niets uit, eigenlijk feitelijk. Het moment waarop zo’n vraag zich aandient lijkt volstrekt willekeurig gekozen, maar meestal komt hij niet midden het feest. Dan heb je namelijk niet zo veel zin om je af te gaan vragen wat je hier doet; je bent aan het feesten nietwaar!

Ik stelde mij die vraag voor het eerst op m’n negentiende maar stond er verder niet meer bij stil wegens gewoon te druk met van alles. Toen meer dan dertig jaar later m’n hele wereld leek in te storten kwam die vraag opnieuw boven, zij het niet zo letterlijk. Wat had het namelijk allemaal nog voor zin? En zo begon een ellendige zoektocht zeg maar. Een zogenaamd spirituele zoektocht. Vermits al de rest niets had opgeleverd, zou ik het moeten vinden op een ander terrein; dat van de spiritualiteit. Zelf had ik dat niet eens in de gaten want aan spiritualiteit had ik altijd al een broertje dood en vond het eigenlijk meer iets voor watjes weet je wel, zo van die halfzachte mannen en ja, ook wel vrouwen.

Maar goed, het spel was begonnen en het liet zich niet ongestraft spelen want voor ik het goed en wel besefte zat ik tot over m’n oren in de advaita vedanta. Wist ik veel dat dit vreemd klinkende ding door hindoes werd uitgevonden, hindoes en hoe heet het, hun veda’s en upanishads.
Dit zou het worden! Dit moest het zijn! Hier lag ongetwijfeld mijn eigen heilige graal verborgen! Wat een ellende, wat een ontgoocheling want op het einde van de rit blijft er niemand meer over om wat dan ook te vinden. Je kunt zelfs niet meer zeggen dat je daar met lege handen staat; er is verdomme niemand meer te zien om überhaupt met lege handen te staan! Is me dat een rotzooi! En maar zoeken en maar denken en maar hopen dat het ooit gaat komen, die verlossing, die bevrijding, jaaaa die verrekte verlichting!

Zie je gaandeweg alles om je heen tot illusie verbeuren en of dat nog niet eens genoeg is, moet jij, ja jij of ik, dat maakt niet uit, jij moet er ook aan geloven! Da’s natuurlijk even heftig slikken maar je bent een zoeker en je wilt wat. Je moet toch iets zijn, het kan gewoon niet anders want je bent er toch, wat zullen we nou krijgen! Je bent er toch en je wéét zelfs dat je er bent! Da’s toch zeker niet niks.

Dat had je dus even letterlijk gedacht: het is niks! Helemaal niks! Totaal onbeschaamd noemen ze het zelfs Leegte! En met heimwee denk je dan terug aan die tijd, aan het prille begin toen je met een niet klein te krijgen enthousiasme aan de slag ging! Maar klein bén je, je bent zooo klein dat er niks meer van je overeind blijft.

En dan komt de onverbiddellijke genade-slag: wanneer je vroeger dacht hét te vinden in allerlei wereldse genoegens en geneugten, besef je dat je inmiddels gaan zoeken bent op een totaal ander terrein maar met al even weinig resultaat. De beker of het graal blijkt bij aankomst uitverkocht. Hij bestaat niet eens en er valt niets te winnen of te verdienen. Elke poging die het verstand nog onderneemt om te be-grijpen, om in hemelsnaam toch iets te kunnen vatten, is onherroepelijk tot mislukken gedoemd.

En je weet je weer bij af. Het is over. Je geeft je gewonnen en buigt nederig het hoofd in het volle besef dat geen enkele vraag ooit wordt beantwoord.

En in dàt besef, verstilt élke vraag!