zondag 21 december 2008

"Onwetenden schuwen verschijnselen maar niet het denken.
Wijzen schuwen het denken maar niet verschijnselen."


Huang Po

zondag 14 december 2008

The unbearable Lightness of Being of de ondraaglijke Lichtheid van het Bestaan.

Op een gegeven moment in je leven kan het gebeuren dat je je gaat afvragen wie je bent en wat je hier nu eigenlijk doet. Het kan ook net zo goed dat dit niet gebeurt. Maakt verder trouwens niets uit, eigenlijk feitelijk. Het moment waarop zo’n vraag zich aandient lijkt volstrekt willekeurig gekozen, maar meestal komt hij niet midden het feest. Dan heb je namelijk niet zo veel zin om je af te gaan vragen wat je hier doet; je bent aan het feesten nietwaar!

Ik stelde mij die vraag voor het eerst op m’n negentiende maar stond er verder niet meer bij stil wegens gewoon te druk met van alles. Toen meer dan dertig jaar later m’n hele wereld leek in te storten kwam die vraag opnieuw boven, zij het niet zo letterlijk. Wat had het namelijk allemaal nog voor zin? En zo begon een ellendige zoektocht zeg maar. Een zogenaamd spirituele zoektocht. Vermits al de rest niets had opgeleverd, zou ik het moeten vinden op een ander terrein; dat van de spiritualiteit. Zelf had ik dat niet eens in de gaten want aan spiritualiteit had ik altijd al een broertje dood en vond het eigenlijk meer iets voor watjes weet je wel, zo van die halfzachte mannen en ja, ook wel vrouwen.

Maar goed, het spel was begonnen en het liet zich niet ongestraft spelen want voor ik het goed en wel besefte zat ik tot over m’n oren in de advaita vedanta. Wist ik veel dat dit vreemd klinkende ding door hindoes werd uitgevonden, hindoes en hoe heet het, hun veda’s en upanishads.
Dit zou het worden! Dit moest het zijn! Hier lag ongetwijfeld mijn eigen heilige graal verborgen! Wat een ellende, wat een ontgoocheling want op het einde van de rit blijft er niemand meer over om wat dan ook te vinden. Je kunt zelfs niet meer zeggen dat je daar met lege handen staat; er is verdomme niemand meer te zien om überhaupt met lege handen te staan! Is me dat een rotzooi! En maar zoeken en maar denken en maar hopen dat het ooit gaat komen, die verlossing, die bevrijding, jaaaa die verrekte verlichting!

Zie je gaandeweg alles om je heen tot illusie verbeuren en of dat nog niet eens genoeg is, moet jij, ja jij of ik, dat maakt niet uit, jij moet er ook aan geloven! Da’s natuurlijk even heftig slikken maar je bent een zoeker en je wilt wat. Je moet toch iets zijn, het kan gewoon niet anders want je bent er toch, wat zullen we nou krijgen! Je bent er toch en je wéét zelfs dat je er bent! Da’s toch zeker niet niks.

Dat had je dus even letterlijk gedacht: het is niks! Helemaal niks! Totaal onbeschaamd noemen ze het zelfs Leegte! En met heimwee denk je dan terug aan die tijd, aan het prille begin toen je met een niet klein te krijgen enthousiasme aan de slag ging! Maar klein bén je, je bent zooo klein dat er niks meer van je overeind blijft.

En dan komt de onverbiddellijke genade-slag: wanneer je vroeger dacht hét te vinden in allerlei wereldse genoegens en geneugten, besef je dat je inmiddels gaan zoeken bent op een totaal ander terrein maar met al even weinig resultaat. De beker of het graal blijkt bij aankomst uitverkocht. Hij bestaat niet eens en er valt niets te winnen of te verdienen. Elke poging die het verstand nog onderneemt om te be-grijpen, om in hemelsnaam toch iets te kunnen vatten, is onherroepelijk tot mislukken gedoemd.

En je weet je weer bij af. Het is over. Je geeft je gewonnen en buigt nederig het hoofd in het volle besef dat geen enkele vraag ooit wordt beantwoord.

En in dàt besef, verstilt élke vraag!

vrijdag 12 december 2008

Niets in het hele universum heeft gewaarzijn, alles is gewaarzijn.

Dus, zo ver je kunt kijken, er valt nergens een ego te zien.

dinsdag 9 december 2008

Het bekende geheim

Niemand kan sterven. Het leven is slechts een speelveld, hoe ruw het spel ook moge zijn. Hoveel klappen wij ook krijgen en hoezeer we ook heen en weer geslagen worden.
Een vedantist zong ooit als volgt: ‘Ik had nooit angst of twijfel. De dood kwam niet tot mij. Ik had nooit een vader of moeder, want ik was nooit geboren. Waar zijn mijn vijanden? – want ik ben het Al. Ik ben absoluut bestaan, absolute kennis en absolute gelukzaligheid. Ik ben Het. Ik ben Het’

IK ben noch een man noch een vrouw noch een god noch een demon, nee, noch een van de dieren of de planten of de bomen. Ik ben arm noch rijk, geleerd noch onwetend. Al deze dingen zijn heel klein vergeleken bij wat ik ben, want ik ben Het!
‘Mijn werkelijke genot lag nooit in aardse dingen – in man, vrouw, kinderen en andere dingen. Want ik ben als de oneindige blauwe lucht: veelkleurige wolken kunnen langsdrijven en een seconde lang spelen; ze trekken weg en dan is er het onvergankelijke blauw. Geluk en verdriet, goed en kwaad kunnen mij een ogenblik lang omvatten en het Zelf afschermen, maar ik ben er nog steeds. Ze verdwijnen omdat ze veranderlijk zijn. Als verdriet komt, weet ik dat het eindig is; daarom moet het sterven. Als het kwaad komt, weet ik dat het eindig is. Het moet verdwijnen. Ik alleen ben oneindig en door niets geraakt. Want ik ben het oneindige, dat eeuwige, onveranderlijke Zelf.’

Laten we uit deze beker drinken – deze beker die leidt naar alles wat onsterfelijk is, alles wat onveranderlijk is. Vrees niet. Geloof niet dat wij slecht zijn, dat wij eindig zijn, dat we ooit kunnen sterven.

Het is niet waar want ik ben Het!


'Vedanta, stem van innerlijke vrijheid'; Vivekananda

zondag 16 november 2008

No-body's Koans

Wat jij morgen gaat doen, lag al vast voor jij geboren werd.


"Waarom doe je dat?"
"---"
"Dan is het goed!"


Wat scheelt er? Je ziet eruit of je dood gaat!
Zo erg is het niet, je bént al dood!

zaterdag 15 november 2008

God Dieu Dio

God houdt alleen van zichZelf, er is niemand anders.

woensdag 12 november 2008

Bevrijding

Bevrijding betekent dat je kunt doen wat je wilt in het volle besef dat je niet anders kunt.

maandag 10 november 2008

I.M.

Wanneer er ten volle besef is dat jij niet bent wat jij denkt dat jij bent,
pas dan kan Jij totaal Zijn wat Jij Bent.

vrijdag 7 november 2008

BULLSHIT

Eigenlijk is wat ik hier allemaal heb neergeschreven je reinste bullshit.

Het is nu wel duidelijk dat woorden tekort schieten om weer te geven wat de Realiteit is.
Je kunt er nog zo lang over praten of schrijven, hoe meer je dit doet, hoe verder je verwijderd raakt van je essentie: het Leven Zelf.

De Realiteit laat zich immers niet denken, laat staan beschrijven. Elke poging daartoe is gedoemd om te mislukken en dat is maar goed ook, anders zou ook het Leven tot een object gemaakt worden en objecten zijn er al genoeg. Zeker in onze overconsumerende maatschappij.

IK bén en IK ben gewaar. Dat is ongeveer alles wat er te zeggen valt. Het Mysterie blijft daarmee intact en dat is goed.

Ik, als persoon, leef niet maar word geleefd. Het Leven leeft zichzelf via mij, de vermeende persoon. Wanneer dit eenmaal helder is, blijft enkel Liefde, Eenvoud en Mededogen.
Elke poging dit in woorden te benaderen, maakt het lelijk en beperkt het in zijn oneindigheid.

Het zal dus stil zijn. Ook op dit blog. Gewaarzijn heeft voor mij, freddy, andere dingen in petto. Dat voel ik en dus zal het ook zo zijn.

Uw Wil geschiede.

En wanneer Gewaarzijn mij weer een andere kant opduwt, dan kan ik niet anders dan volgen.

woensdag 5 november 2008

De Paradox

Wanneer je er even dieper op ingaat, merk je vanzelf dat wat wij ons ‘ik’ of ‘ego’ noemen, in feite niet veel meer is dan een samenraapsel van allerlei overtuigingen, meningen en eigenschappen. Samengevat zou je zelfs kunnen zeggen dat het ‘ik’ niet meer is dan een gedachte onder de gedachten.
Dat ‘ik’ is wel noodzakelijk om ons te handhaven in de maatschappij, de groep en is een handig instrument wanneer wij taal hanteren. Vanuit dit referentiepunt, het ‘ik’ dus, kijken wij naar de dingen om ons heen. Het ‘ik’ vormt het centrum van de wereld als je wil.
Hoe doen wij dat? Kijken naar de wereld? Via de zintuigen uiteraard.

Wij menen dingen te zien, te horen en te voelen, te ruiken. Op die manier kunnen wij ons oriënteren in wat zich om ons heen bevindt. Dat onze zintuigen niet erg betrouwbaar zijn weten wij door het fenomeen van de optische illusies maar daar staan wij verder uiteraard in het dagelijkse leven niet al te veel bij stil.
Dit is ook niet zo belangrijk. Wat wel tot nadenken stemt is dat wij over de inhoud van die zintuigen geen controle hebben. Daarmee bedoel ik dat er zien, horen, voelen enz…is maar dat wij die functies niet kunnen aan- of afzetten. Het zien is er. Punt. Het zien is ook nooit gisteren of morgen maar altijd nu. Volop aanwezig.
Wanneer wij dus met overtuiging zeggen: ‘Ik zie een boom.’ wordt de waarheid van deze stellige uitspraak op zijn minst twijfelachtig. Wanneer het ‘ik’ immers niet meer dan een gedachte is, is de uitspraak ‘Ik zie een boom.’ dit ook.
En de vraag die dan opkomt is: ‘Kan een gedachte zien?’ Uiteraard niet, zul je zeggen en je hebt gelijk. En wat meer is, het oog kan zichzelf niet zien!

De wereld bestaat uit objecten die wij een naam gegeven hebben maar in werkelijkheid is er geen onderscheid. Objecten kun je ook niet waarnemen. Kun je bijvoorbeeld ‘vaas’ voelen? ‘Boom’ zien? Neen, wat je ziet of voelt of ruikt is een gedachte: vorm plus naam. De wereld bestaat dus uit gedachten. We leven in een droom. Een droomwereld.
Verder bestaan die vermeende objecten ook niet inherent op zichzelf en hebben ze geen onafhankelijk bestaan. Dat wat wij ‘bloem’ noemen is samengesteld uit diverse elementen die elk op zichzelf ook weer uit meerdere delen bestaan enzoverder. Alles wat bestaat, is ooit ontstaan en zal ooit ook weer vergaan.
Het enige onaantastbare wat niet is ontstaan en dus ook nooit zal vergaan is het waarnemen zelf. Het bestaat ook niet als dusdanig maar het is er wel. Dit valt niet te ontkennen.

Gewaarzijn is. Alle objecten zijn verder ook niet te scheiden van dit gewaarzijn. Buiten gewaarzijn kan niets bestaan. Alles bestaat dus IN gewaarzijn. Maar dan ook letterlijk alles: gedachten, gevoelens, emoties, geuren, herinneringen, dromen…
Wanneer alles IN gewaarzijn aanwezig is, moet alles uit dezelfde substantie zijn als dat gewaarzijn zelf.
Alles wat is, is (niets anders dan) Gewaarzijn. Net als wolken in de lucht, komt alles uit het Niets en verdwijnt weer in het Niets. Er is dus in feite niets gebeurd. In wezen verandert er nooit iets.

Er is niets anders dan Gewaarzijn. Het Leven zelf. En Dat Ben Jij. Een Mysterie. Gewaarzijn Kent, is Zuivere Cognitie. Het gekende, de persoon of object, kan het Kennen of Subject niet kennen.

Wie…. ? is bijgevolg de antwoordloze vraag. Wanneer het denken die vraag niet langer stelt, om welke reden dan ook, overgave of omdat het met de rug tegen de muur staat, valt vanZelf het geloof in een afgescheiden ‘ik’ weg en ben je wat je eigenlijk altijd al was. Het gaat er dus niet om iets te bereiken, verlichting of ontwaken bijvoorbeeld, maar om alles te verliezen.

dinsdag 4 november 2008

Realisatie (2) - Het Geluid van de Stilte

Alles is Nu en Hier maar toch lijkt het verschrikkelijk lang geleden.

Het leven had toen niet veel zin meer voor mij. Ik zat helemaal aan de grond en was eenzaam en alleen. Op tv speelde een tweederangs Amerikaanse gangsterfilm. Een van de boeven had het over Tao. De regisseur had daar waarschijnlijk iets over gelezen, weet ik veel.
Ik haalde boeken over het taoïsme in huis. Het was boeiend en Zen nam me mee. Maar zazen viel tegen. Zitten in een voor mij onmogelijke houding viel me zwaar. De Dalaï Lama en zijn Tibetaanse boeddhisten leken toegankelijker. Mediteren werd een gewoonte. Maar nooit zag ik licht noch hoorde ik klokken noch bellen.
De boeddha zei: zoek het zelf maar uit en dat deed ik al wist ik niet wie of wat ik zoeken moest.

Maar toch zocht ik en ploeterde en zwoegde en baalde en begon opnieuw, vergat en deed verder.

Op een verloren maandagmiddag viel het boek ‘Bewustzijn’ van Alexander Smit in mijn handen. Letterlijk want het tuimelde uit het rek toen ik een ander boek wou nemen. Ik las ‘Bewustzijn’, herlas ‘Bewustzijn’, beet me vast in ‘Bewustzijn’. Wat was dat voor iets mysterieus, dat bewustzijn waar die Hollander het over had?

Advaita. Advaita Vedanta. De klank van die woorden, de geur van die klank, de smaak van het ongekende. Wat ik kende was ik niet. Verbijstering. Verwarring was mijn deel en ik dacht dat ik gek werd. Maar neen, zo werd mij gezegd, je bent of wordt niet gek. Je bent niet waan-zinnig. De waan-zin, het bedrog der zinnen is in de droom die het leven is. Wolter Keers vertelde het mij, en die gepensioneerde Indische bankier, Ramesh Balsekar, die onbeschaamd beweerde dat ik niet meer ben dan een geprogrammeerde psycho-somatische machine. Dat wist hij dankzij Nisargadatta Maharaj, de kleine man met de priemende ogen die me aanstaarde vanop het kaft van de boeken. De boeken die ik verslond en waar ik maar niet genoeg van kreeg. Ik had het gevoel op weg te zijn naar…nergens. Het maakte me bang en het trok me op een vreemde manier ook aan. Onderweg verloor ik mezelf. En hoewel ik bang was, wist ik dat terugkeren geen optie was. En ik kon niet meer terug; ik zat in de muil van de tijger.

Ramana Maharshi kwam vanuit het Niets naar mij toe en vroeg: “Wie ben jij?” Altijd weer opnieuw en opnieuw. Wie ben ik? Wie ben ik in hemelsnaam? Alles wat ik ken, kan ik niet zijn. Ik moet dus zijn wat ik niet kan kennen. Maar als ik het niet kan kennen, weet ik ook niet wat ik ben. Juist. Maar dàt ik ben, valt niet te ontkennen vermits ik er moet zijn, wil ik het überhaupt ontkennen!

De wanhoop nabij.

En toen nam de Stilte het over. Het werd helemaal stil om me heen. Gedachten verdwenen. Alles werd gekruid door die alomtegenwoordige Stilte. Toen ik verdween was dat niet eens erg.
Het was goed zo, dat wist ik, ook zonder dat iemand mij dat moest vertellen. Vertrouwen. Ik gaf me over hoewel er niemand meer was om zich over te geven. Het gebeurde gewoon. Wanneer je alles vergeet, ben je de Liefde zelf, zei ik nog en toen zeeg ik neer. Het gordijn was gevallen.

Het besef dààr te zijn waar ik nooit ben weggeweest, toverde spontaan een glimlach om mijn lippen. Ik ben nooit geboren en zal ook nooit sterven. Wat ik wezenlijk ben is van een ongekende Schoonheid die zich niet laat beschrijven.
De Kracht van de Liefde laat zich niet inbeperken door wat miezerige lettertjes. Woorden, gedachten, gevoelens zelfs, zij komen en gaan. Een eeuwige stroom die komt en verdwijnt in Dat wat Ik Ben.

maandag 3 november 2008

Realisatie

Wanneer Waarheid een concept is, wordt Realisatie een leugen. Er zijn bijvoorbeeld geen graden van Realisatie. Noch bereik je daardoor een transcendente staat. Het jongleren met oosterse termen als ‘leegte’ en ‘niets’ leidt er niet zelden toe dat de betrokkenheid met wereldse verschijnselen genadeloos wordt onderdrukt. Het wordt als minderwaardig beschouwd, het zou de ‘bevrijding’ in de weg staan. Het is echter zaak dat bij Realisatie de geest op de juiste wijze dient te worden doorzien of begrepen maar zeker niet gekneusd of geknecht. De geest of psyche is een verschijnsel. Dat waarin de psyche opkomt is dat niet.

Het is lastig dat het inzicht niet door de zoeker kan worden afgelezen. Er bestaat immers geen keurmerk voor en Realisatie is uiteraard geen beschermde titel. Realisatie komt niemand toe. Er is een totaal gebrek aan toe-eigening. Je bent noch dit, noch dat. In feite komt het erop neer dat ‘Realisatie’ een begrip bij uitsluiting is.

Je bent het omdat je niet langer ‘iets’ bent. Je staat met lege handen. Je bent bewust, zonder maatstaf, zonder norm. Gewoon bewust aanwezig. Dit is de enige werkelijkheid waarin elk verschijnsel opkomt en verdwijnt, inclusief de persoonlijkheid die men van zichzelf ervaart. Je weet dat je persoonlijkheid niet de essentie is maar toch wordt die persoonlijkheid volledig aanvaard als een instrument binnen de onmetelijke ruimte van Zijn. De focus is echter verplaatst van het object van aandacht naar de Aandacht Zelf. Dat wat je Bent.

De impact van zo’n verschuiving is van een orde die zich niet laat beschrijven. De ‘overrompeling’ kan snel of langzaam gaan. Het effect ervan kan vreugdevol zijn of zelfs bijzonder vervelend. In contrast met de nieuwe Realiteit staan soms nog altijd de oude, geconditioneerde verwachtingspatronen. Het zich niet langer identificeren met de persoonlijkheid, product van overtuigingen en gedachtepatronen, gaat niet noodzakelijk gepaard met het totaal verdwijnen van de beelden die met deze patronen samenhangen.

Angst voor het peilloze nieuwe kan makkelijk leiden tot een terugval op het oude en teleurstelling is mogelijk. Maar, hoe dan ook, het oude zal nimmer meer hetzelfde zijn. Het oude ‘ik’ bleek niets anders dan een associatie van gewaarzijn met de ‘body-mind’. Het nieuwe IK is het Mysterie zelf en kan nooit het gevolg zijn van iets anders. Die werkelijkheid kan worden aanvaard of het ego reageert met een aangepast stelsel van concepten waardoor het zich voorlopig met zingeving kan blijven voeden.

Tot de heimwee naar Geluk achterhaalde concepten vernietigt.

donderdag 30 oktober 2008

VERTROUWEN en OPENHEID

Stel je een donkere grot voor; in de duistere spelonken drijft een grote, lichtgevende bloem, stralend van innerlijke wijsheid.

De bloem blijft verborgen, want hij waardeert zijn eigen schoonheid niet en vreest vernietiging op het moment dat hij zichzelf laat zien en zich openstelt voor het licht.

Op welke manier lijk jij op die bloem?

Wat zou er gebeuren als je voldoende vertrouwen had om de grot te verlaten en je hart, je kwetsbaarheid en je eigen innerlijke licht te tonen?

woensdag 29 oktober 2008

"No Problem!"

Volgens Robert Adams is Advaita Vedanta dé psychotherapie bij uitstek.
De Indiër zegt dan ook lachend: ‘No self, no problem!’
In een tijd waarin depressie als dé ziekte van de toekomst wordt gezien, loont het wellicht de moeite om hier even bij stil te staan. Elke dag plegen in België bijvoorbeeld gemiddeld zeven mensen zelfmoord. Dit aantal is niet eens voldoende om de top te halen in Europa.

Mensen met een depressie grijpen maar wat graag naar allerlei middelen om de pijn te verzachten: alcohol, medicijnen, drugs. Mensen ontvluchten hun lijden in overmatig drinken, roken, eten, werken, vrijen, slapen. Op die manier creëren ze een directe afhankelijkheid. De directe oorzaak van depressie, zelfmoord en verslavingen is het afhankelijk zijn van pillen, werk, therapie, artsen, geld, partner, kinderen en familie. Onze economie is nu juist gebaseerd op mensen afhankelijk maken van een bepaald product door het voor te stellen alsof hiermee innerlijk geluk en vrede worden bereikt.

‘Mannen weten waarom!’ ‘Een bepaald soort sigaretten rook je nooit alleen!’ Zij die dus niet alleen willen (kunnen) zijn, zij die ergens bij willen horen, die de beste moeder willen zijn, weten dus wat hen te doen staat. Depressie heeft met onzekerheid, eenzaamheid, angst, twijfel en afhankelijkheid te maken. Het verband is snel gelegd. Geluk en innerlijke vrede worden nooit je deel als je deze dingen achterna loopt.

Waarom is het toch dat therapie zo weinig resultaat boekt? Omdat in therapie het ‘ego’ op allerlei manieren wordt bekrachtigd. Je moet assertief zijn! Je moet voor jezelf opkomen! Je moet laten weten wie je bent door middel van je werk, je status, je verdiensten, je bezit. Je moet meedraaien in de mallemolen die onze maatschappij is geworden.

Laat nu net die woorden ‘ik’ en ‘mijn’ de oorzaak van alle ellende uitmaken! Mensen die menen dat ze er niet bij horen, dat ze mislukken, dat ze voor niets deugen, dat ze nooit wat zullen bereiken in het leven, grijpen naar al die middelen om hun verdriet te vergeten, te verdrinken, te verdoven.

Wanneer je in je geloof bevestigd wordt dat jij iemand bent, ben je verloren. Dit is geen loze kreet; de praktijk bevestigt dit. Mensen voelen zich nog liever elke dag ellendig in hun omgeving dan dat ze de moed hebben om een onderzoek in te stellen naar hun eigen Realiteit! Wie is afhankelijk van wie? Wie is mislukt? Wie is verslaafd? Wie wil zelfmoord plegen?

Wanneer je diep bent doorgedronken in het ware wezen van je essentie, verdwijnen deze vragen als bij toverslag.
Ze zijn zelfs niet langer relevant en je zult erom lachen.

Net als die lachende Indiër.

dinsdag 28 oktober 2008

FLOW

Iedereen kent wel dat gevoel van intense overgave wanneer je iets doet, ervaart of voelt. Mihaly Csikszentimihaly, psycholoog, noemde dit verschijnsel in de jaren zestig ‘flow’.
Wat hem vooral opviel was, dat wanneer het creatieve proces eenmaal goed op gang was, de kunstenaar volledig verzonk in zijn bezigheid. Hij werkt door tot het klaar is en schijnt geen benul van tijd of honger, dorst of ongemak te hebben.

Op zo’n moment is men als ‘volledig opgenomen in de bezigheid’. De ik-beleving lost op, desintegreert. Tijd en ruimte bestaan niet meer. Het handelen, de bewegingen en de gedachten gebeuren, zonder enige moeite.

Flow treedt alleen op wanneer er voldoende aandacht is voor de be-leefde ervaring. Er ontstaat als het ware een resonantie tussen de handeling, de omgeving en het denken. Ze lijken wel in elkaar over te vloeien en dit wordt meestal als bijzonder bevredigend ervaren.

Nog steeds volgens Csikszentmihaly, kan deze flow ook makkelijk in dagelijkse bezigheden worden waargenomen; bijvoorbeeld bij het strijken of het werk aan de lopende band. Alles hangt af van de beleving van de stromende tijd. Wanneer flow niet aanwezig is, kan wel elk klusje de neiging hebben om op den duur saai en zelfs stomvervelend te worden.

Het voornaamste aspect bij de flow-momenten is wel dat het ik-bewustzijn totaal naar de achtergrond verschuift. De colporteurs van de belangrijkheid van het ‘ik’ die in onze maatschappij de dienst uitmaken, beogen precies het tegenovergestelde. Bij de tegenovergestelde, depressieve gemoedstoestand is egocentrisme een van de belangrijkste symptomen. Men denkt te veel na, is gedeprimeerd en bezig met hoe men zich voelt. De triestheid die daarbij ervaren wordt, wordt op alles geprojecteerd waardoor die triestheid juist nog verergert.

Wanneer we inderdaad voornamelijk onze tijd doorbrengen met het peilen van de minste of geringste bevinding van het ‘ik’, kan dit alleen maar leiden tot ontevredenheid.

Het is triest vast te stellen dat een dergelijke houding de oorzaak is van het ontstaan van hordes depressievelingen die, te midden van een enorme rijkdom, langzaam een spirituele hongerdood sterven.

maandag 27 oktober 2008

De Oorzaak

Kijk eens goed wat er gebeurt wanneer er bepaalde emoties of gevoelens door je heen gaan. De normale gang van zaken is dan dat je je gaat afvragen waarom. Je gaat op zoek naar de oorzaak. Er is bijvoorbeeld iets gebeurt wat je verontrust en daarom is er angst. Of iemand heeft iets gezegd wat je stoort en er is boosheid. Altijd zijn er gedachten aan dat gevoel of die emotie gelinkt. Het lijkt alsof die gedachten een mening hebben over wat er is.
Je wilt bijvoorbeeld niet ongerust zijn, je wilt geen angst hebben. Of je vindt dat die iemand het helemaal bij het verkeerde eind heeft en je zult hem dat op het gepaste moment wel eens duidelijk maken. De angst en de boosheid nemen dan alleen maar nog toe. Je zit op een mallemolen van gedachten en gevoelens waar je niet meer uit schijnt te geraken. Je wordt helemaal op sleeptouw genomen: de wereld van samsara is geboren.

De boeddha vertelde ooit: wanneer je getroffen wordt door een pijl, ga je dan proberen te achterhalen uit welk hout die gemaakt is of welke vogel gestorven is voor zijn veren? Of wil je in eerste instantie weten wie die pijl op je afgeschoten heeft of zelfs ook maar waarom? Wanneer je ooit klaar bent met het nagaan van de oorzaak van dit alles, ben je wellicht lang bezweken.

Zo is het precies dat het ons ook vergaat wanneer we buiten ons de oorzaak van alles gaan zoeken. Er is daar geen oorzaak. De reden waarom we lijden, is dat we controle willen over wat gebeurt. Dat we de dingen niet aanvaarden zoals ze zijn, er is weerstand. Maar wanneer je nu eens rustig zo’n gedachte of gevoel gaat onderzoeken wat hou je dan substantieel over?
Kun je die gedachte betasten? Kun je dat gevoel, die emotie zien? Heeft het een kleur? Of ook maar een vorm? Heeft die gedachte een geur misschien? Waartegen vecht je dan? Waarom lijd je? Wat maakt je zo van streek?

Het wordt zelfs voor een kind duidelijk dat de oorzaak van je ongenoegen niet buiten jou te zoeken valt, het heeft zelfs geen substantie. Hoe komt het dan toch dat je gelooft dat jou onrecht wordt aangedaaan? Waarom ben je bang? Waarom vind je dat wat gebeurt of zou kunnen gebeuren onrechtvaardig?

De oorzaak ligt bij jezelf. Of liever bij het schijnbaar onwankelbare geloof dat het jou overkomt! Dat jij het bent die angst heeft, dat jij het bent die boos wordt, dat jij het bent die moet afzien! Roei de wortel uit en je zult merken dat alles verdwijnt als sneeuw voor de zon.
VanZelf. Het gaat vanZelf weer terug van waar het gekomen is. Zomaar, zonder enig onderzoek, zonder er enig belang aan te hechten, zonder zelfs ook maar de geringste inspanning. Waar zijn ze dan al die muizenissen, al dat gepieker, al die zorgen? Je kunt zelfs niet zeggen dat ze verdwenen zijn; ze waren er niet eens echt. Als ze er echt waren, waar zijn ze dan nu heen? Op-gelost.

Wees niet langer Don Quichote die vecht tegen de windmolens in de vorm van gedachten en emoties. Besef ten volle, ten diepste dat het een dwaas gevecht is dat je nooit kunt winnen.
Wanneer je ziet dat alles als vanzelf oplost, zal uiteindelijk ook het geloof in een afgescheiden ‘zelf’ verdwijnen.

En dan wordt Stilte jouw enige Realiteit.

vrijdag 24 oktober 2008

Schrijven op het Water

Alles wat er in jouw leven gebeurt is net als schrijven op het Water.
Terwijl de letters verschijnen, verdwijnen ze alweer.

Wanneer je erin gaat roeren, wordt het Water troebel en raak je verward.
Laat het rusten en het Water kleurt helder en transparant.

Laat de wereld en al wat er in is met rust, bemoei je er niet mee.
Het blijft immers nooit hetzelfde, het is al weer weg voor je er erg in hebt.

Het Water is altijd aanwezig, Nu en Hier, onaangeroerd door wat erin geschreven wordt.
Het Leven schrijft zichzelf, jij hoeft je daar niet mee bezig te houden.
Vertrouw er maar op dat alles goed is zoals het is, ook al zit het je schijnbaar tegen.
Het komt wel weer goed; altijd.

Hoe zou het anders?
Het weet precies waar het heen gaat, daar heeft het jou heus niet voor nodig.
Gedachten, gevoelens, gebeurtenissen, als schrijven op het Water.

Laat het. Laat het zijn eigen gang maar gaan.
Het heeft het Altijd zo gedaan.

donderdag 23 oktober 2008

Tat Tvam Asi

Er is maar Een Realiteit en Jij bent Dat

Alles gaat goed. Alles is goed. Alles is helemaal in orde. Denk daar altijd aan.Ga er niet over piekeren. Ga het niet analyseren. Sluit dit gegeven gewoon in je hart. Alles is goed, punt uit.

Er zijn drie dingen waar je altijd aan moet denken. Door ze in je op te nemen, door ze je eigen te maken, door een levend bewijs te worden van deze drie punten, zal je Bewustzijn worden, Zuiver Gewaarzijn wat je altijd al was.

Het eerste punt: Wat je lichaam of je mind ook mag overkomen, blijf ervan bewust: het is Jou niet overkomen. Wat er ook met het lichaam of de mind aan de hand mag lijken te zijn, of het nu gaat om kanker, AIDS, tuberculose of de builenpest, of je nu de sterkste man op aarde bent of dat de mind depressief is en gedesillusioneerd of juist gelukkig en zelfverzekerd, het overkomt Jou niet. Jij hebt er absoluut niets mee te maken. Het maakt niet uit wat er allemaal in je leven kan voorvallen.

Misschien ben je materieel gezien de gelukkigste mens op aarde of zit je in de misère en ben je ziek, het heeft allemaal niets met jou te maken. Het gaat om jouw lichaam en jouw mind, niet om Jou. Jij bent Brahman. Jij bent Nirvana. Jij bent de Absolute Realiteit. Wat er allemaal met het lichaam en de mind gebeurt heeft niets met Jou te maken. Dit is punt één.

Het tweede punt waar je altijd aan moet denken is: al je zonden door wat je nagelaten hebt of juist niet nagelaten hebt, de zondige dingen die je op je kerfstok hebt, niets hiervan kan je nog raken als je gaat rusten in het Hier en Nu. Met andere woorden, het Hier en Nu is Omnipresentie. Het Hier en Nu is overal aanwezig, Alwetend, het Hier en Nu is Bewustzijn.
Het is oneindige Ruimte, moeiteloos, volmaakt zuiver Gewaarzijn. Als je blijft rusten in het Hier en Nu, als je je daarmee identificeert, ontneem je het verleden zijn kracht. In het Hier en Nu bestaat geen verleden en ook geen toekomst.

Er is Ik Ben. De ultieme Realiteit, ultieme Eenheid en jij bent Dat!

Als je in het Hier en Nu leeft, zou je kunnen zeggen dat je opnieuw geboren bent. Je wordt de nieuwe man of de nieuwe vrouw. Je bent vrij.

Het derde punt waar je altijd aan moet denken is: Jij hebt absoluut niets op te geven. Niets over te geven. Niets los te laten. Je bent al vrij. Hoe kom je erbij te denken dat je iets dat nooit bestaan heeft, los moet laten? Je denkt dat je je gehechtheden op moet geven. Hoe kan het Zelf nu gehecht zijn? Je denkt dat je al je angsten op moet geven, al je depressies, alle dingen waar jij je mee bezig houdt. Overgeven, aan wie? Die dingen zijn niet van Jou. Ze horen niet bij Je.

Robert Adams

zaterdag 18 oktober 2008

Vrije Wil

If It Be Your Will

If it be your will that I speak no more,
and my voice be still as it was before.
I will speak no more.

I shall abide until I am spoken for, if it be your will.
If it be your will that a voice be true, from this broken hill
I will sing to you.

From this broken hill all your praises they shall ring, if it be your will
to let me sing.

If it be your will, if there is a choice,
let the rivers fill, let the hills rejoice.

Let your mercy spill on all these burning hearts in hell,
if it be your will to make us well.

And draw us near and bind us tight, all your children here
in their rags of light; in our rags of light,
all dressed to kill; and end this night,
if it be your will.

Leonard Cohen, 1988


Op 1 juni 2008 plaatste ik bovenstaande lyrics van een song van Leonard Cohen op mijn toenmalige blog 'Niets, nada, zippo, niente'. Wat in deze woorden wordt uitgedrukt, geeft precies weer wat ik weet en voel. Het is een heikel onderwerp, vrije wil.
Het is ook duidelijke dat het geloof in het bestaan van een 'ik' samenhangt met de overtuiging over een vrije wil te beschikken. Dit geloof deel ik dus niet. Iedereen kan dit rustig voor zichzelf uitmaken en het is geenszins mijn bedoeling om wie dan ook te overtuigen in welke zin dan ook. Overtuigen gebeurt immers met argumenten en argumenten komen voort uit het verstand. En wat is het verstand meer daan aangeleerde kennis? Conditionering dus.

Bijgevolg is het doorzien van de conditionering een eerste vereiste om leeg en open te kunnen staan voor wat zich voordoet. En laat nu net die conditionering er de oorzaak zijn van het feit dat je niet leeg en open kunt staan. Het is dus een vicieuze cirkel die op de een of andere manier moet doorbroken worden; en 'jij' hebt niet in de hand of en hoe dat gebeurt. Mocht dat wel zo zijn, dan komt aan het vraagstuk 'vrije wil' natuurlijk meteen een einde.
Maar het is zo dat het gebeurt of niet.

Uit deze laatste zin spreekt overgave, aanvaarding. Maar zolang je in de waan verkeert dat er 'iemand' is die zich overgeeft of aanvaardt is het geen overgave. Dat is het paradoxale van het hele Leven.

Neem de moeite om even stil te staan bij de belangrijkste gebeurtenissen in 'je leven' en je zult meteen merken dat daar van vrije keuze of vrije wil bitter weinig sprake was. Waarom zijn anders de meeste mensen niet echt gelukkig zijn met hun leven? Waarom willen zovelen, mochten ze de kans hebben, de zaken anders aanpakken dan dat ze dat deden? Je verstand zegt vaak dit maar je doet helemaal het tegenovergestelde. Had jij er zelf de hand in toen je geboren werd? Heb je daarvoor gekozen uit vrije wil? Koos jij de omgeving, je familie waar je terecht kwam? Heb je enige inspraak op het moment van je dood? Je kunt dat natuurlijk wel wensen of dromen maar de realiteit dient zich altijd aan zoals ze zich aandient en trekt zich hoegenaamd niets aan van wat jij erover denkt!

Dit onder ogen durven zien vraagt moed. Eerlijkheid ook. Maar heel diep in je hart weet je dat het zo is. Maar 'tegen beter Weten in....'

Voor ieder mens zijn geboorte en dood de mijlpalen in iemands leven. Het is duidelijk dat jouw advies hier niet gevraagd werd of zal worden. Waarom zou jij dan wel inspraak hebben op die luttele jaren die tussen deze twee gebeurtenissen liggen?

Het staat je natuurlijk vrij - en daar heb je wél de keuze, altijd - om hierin te blijven geloven. Er van overtuigd te blijven dat je de zaak onder controle hebt. Het staat je helemaal vrij om aan jezelf te werken, je te proberen te veranderen, de dingen anders aan te pakken. Tuurlijk. Maar wees eerlijk en kijk hoeveel je ervan terecht gebracht hebt. Schuld en spijt zijn dan meestal je deel.

Je hoeft het zeker niet van me aan te nemen, helemaal niet, integendeel zelfs, ga zelf op onderzoek uit, kijk en zie. Maar wanneer het niet de bedoeling is dat je spieren zult kweken, mag je trainen zoveel je wilt; het zal je niet lukken.

Het voor de hand liggende en vaak gehoorde bezwaar dat zich hier aandient is dat dit getuigt van een fatalistische instelling. Dat is het dus niet; het is gewoon de realiteit.

In dit hele universum - what's in a name? - is geen enkel ego te bespeuren.
Hoe zou er dan sprake zijn van een vrije wil whatsoever?

donderdag 16 oktober 2008

Eén lappendeken

Het Leven is als een warme lappendeken. Alles mag er zich in koesteren. Nu en dan trekt ze in plooien en voelt het een beetje pijnlijk aan maar doorgaans is het er zalig toeven. Je mag er namen aan geven, allerhande. Je noemt ze bomen, rivieren en vogels. Je noemt ze mijn moeder, mijn vrouw of mijn kinderen. Nu eens ben je er lief tegen, dan weer boos en het kan zelfs gebeuren dat je ze haat. In een bui van overmoed ga je ze zelfs ‘ik’ noemen.

Het stoort haar niet, ze vindt het leuk en lacht er mee. Haar warmte blijft onaangeroerd. Haar Liefde immerstralend. Ze ziet alles als haar kinderen en heeft alleen maar het beste met hen voor. En ja, soms is het nodig om zo hier en daar een tik uit te delen, dat kan heus geen kwaad. Ze mag best wel streng zijn voor zichZelf.

Wanneer het gebeurt dat haar Liefde zo krachtig wordt dat ze haast pijn gaat doen, staat ze klaar om de wonden te verzorgen en als het echt te veel gaat worden, neemt ze je snel weer op in haar warme lappendeken. Rust jij maar even, lijkt ze wel te zeggen, dan kan je zo weer verder spelen.

‘Er is Licht in een Lichtend Wezen en het verlicht de hele wereld.’

woensdag 15 oktober 2008

Waar Geluk

Volgens de statistieken zijn de meeste mensen in onze contreien gelukkig. Volgens de statistieken. Volgens diezelfde statistieken valt het op, dat ‘geluk’ bijna altijd gekoppeld wordt aan een of andere voorwaarde. Men beweert vaak gelukkig te zijn als men bijvoorbeeld werk heeft, wat in onze tijden al niet meer zo vanzelfsprekend is. Genoeg geld hebben is ook zo’n voorwaarde. Arm zijn en geldtekort hebben is niet echt iets waar velen van dromen. En natuurlijk scoort ‘een goede gezondheid’ toppen om gelukkig te wezen.

Eigenlijk kun je dus wel stellen dat de mens zich pas gelukkig waant wanneer aan bepaalde vereisten voldaan zijn. Die vereisten kunnen nogal eens variëren, dat spreekt. Maslow, een bekend psycholoog heeft het ooit mooi op een rijtje gezet. De basisvoorwaarden zijn eten, drinken en onderdak. Dan pas gaat men naar andere zaken op zoek. Da’s ook logisch en ja, eigen aan de soort natuurlijk.

Maar op die manier maakt men geluk wel afhankelijk van externe omstandigheden. En zoals iedereen weet, hebben die omstandigheden de onmiskenbare eigenschap te veranderen. Niets blijft immers zoals het is.

En dan is men opnieuw ongelukkig.

Op die manier wordt ‘geluk’ meer een intermezzo tussen twee periodes van ongeluk of minder geluk. Het hangt er van af wat ik wil of niet wil. Wanneer ik krijg wat ik wil is dat goed, wanneer ik niet krijg wat ik wil of wanneer ik krijg wat ik niet wil, dan ben ik ongelukkig. Willen en niet willen gaan uit van een eigen individu, een ‘ik’.

Je moet dus niet proberen de omstandigheden te veranderen of naar je hand te zetten, dat lukt toch nooit en al helemaal niet op de lange duur. Iedereen gaat ooit wel eens dood en dat willen
de meesten niet. De bron van waar geluk, van echte vrede en gelukzaligheid moet je dus daar niet gaan zoeken. Die is maar tijdelijk.

Wanneer je werkelijk diep geluk wilt vinden, zul je de illusie van het ‘ik’ moeten doorprikken. Hoe zou het nu komen dat de grote meerderheid dit niet doet, wilt of kan?
Omdat, een mens nog altijd liever ongelukkig is en in de overtuiging blijft dat hij bestaat, dan te beseffen dat ware bevrijding pas ligt in het loslaten van het ego.

Daar kan iemand die dit inzicht heeft wel bij helpen maar zoals het spreekwoord zegt: ‘Je kunt een paard wel naar de bron leiden maar het niet dwingen te drinken.’

Dàt moet je Zelf doen.

dinsdag 14 oktober 2008

Schoolbord

Stel je een groot, zwart schoolbord voor. Dat is niet eens zo moeilijk. Op dat mooie, zwarte schoolbord kun je met krijt allerlei woorden in sierlijke letters schrijven. Je schrijft ‘Koning’, en ‘Gans’ en ‘Wolkenkrabber’ en ook ‘Maan’ of ‘Zon’.
Het zijn mooie woorden, ze lijken net echt. Dan veeg je ze uit met een dikke, natte spons.
Het zwarte schoolbord is er nog, onveranderd en zuiver. Je kunt nu weer andere woorden gaan schrijven zoals ‘Pijn’ en ‘Angst’, ‘Verdriet’, ‘Oorlog’ en ‘Dood’.
Hoewel die woorden met hetzelfde krijt geschreven zijn, op hetzelfde bord, vind je ze niet meer zo mooi als daarnet. Je wordt er haast een beetje treurig om. Maar geen nood, daar is de spons alweer en met een veeg blaas je die lelijke woorden weg.

Het bord hangt daar nog steeds gelukzalig en vredig te zijn. Gewoon te zijn. Het lijkt hem niet uit te maken welke woorden er op hem verschijnen. Het mag allemaal, hij is er niet blij of rouwig om. Kom maar, schrijf maar, hoe meer hoe liever, lijkt hij utnodigend te zeggen.
En ’s nachts, wanneer iedereen al lang in diepe slaap ligt, is het bord er nog altijd. Het is nooit weg. De woorden in wit krijt zijn lang vergeten en verdwenen. Er is niemand die er nu nog wakker van ligt.

Het grote, zwarte schoolbord is jouw ware Wezen. Er is er maar EEN. Er is heus niets anders. Een groot, tevreden schoolbord waarop uit het niets strepen verschijnen als waren het gedachten waardoor de wereld verschijnt in koeien van letters.
Weet wat je bent en laat je niet gek maken door wat je niet bent. Jij bent niet de letters, de woorden, de gedachten. Wat jij bent is echt en altijd aanwezig.

Wees een schoolbord waarop alles mag geschreven worden.

Dom

‘Pffff…,’ zei de Amerikaan pocherig tegen de Indiër, ‘julie weten nog niet eens wat water is. Wij Amerikanen weten dat wel. Wij weten bijna alles wij!’
De Indiër keek de Amerikaan glimlachend aan: ‘En wat is water dan wel volgens jou?’
De Amerikaan glunderde zichtbaar omdat zijn kennis werd geapprecieerd.
‘Water bestaat natuurlijk uit waterstof en zuurstof, dat weet toch iedereen!’
‘Wel,’ zei de Indiër onmiddellijk en spontaan, ‘dan zitten jullie met twee onbekenden en wij maar met één.’


Een Amerikaan liept kuierend langs het water toen hij plots een jonge Indiër aan de kant zag zitten vissen. Het was kort na de middag en schitterend weer. Hij wandelde langzaam dichterbij en zei goeiedag tegen de Indiër die hem vriendelijk toeknikte.
‘Een dagje vrij en uit vissen?’, vroeg de Amerikaan goedmoedig.
‘Nee hoor, ‘antwoordde de Indiër, ‘ik zit hier elke dag te vissen en dan maakt mijn lieve vrouw van de vangst ’s avonds een lekkere maaltijd voor ons gezinnetje.’
De Amerikaan keek een beetje bedenkelijk. Een jonge, gezonde man die hier elke dag zit te vissen en te lui is om uit werken te gaan om zijn gezin te onderhouden!
‘Da’s wel een mooie hengel, die je daar hebt.’
De Indiër keek trots: ‘Heb ik helemaal zelf gemaakt!’
‘Zo, da’s mooi.’, zei de Amerikaan. Hij dacht even na, wreef over zijn kin en opperde:
‘Wat als je nu nog meer van die hengels zou maken. Je hebt er duidelijk talent voor. Dan kun je na een tijdje proberen ze te verkopen. Met dat geld kun je mensen betalen om je te laten helpen en nog meer hengels verkopen. Op die manier zou je veel geld kunnen verdienen!’
De Indiër viste rustig verder en keek niet eens op.
Enthousiast geworden door zijn eigen idee ging de Amerikaan onverstoord verder: ‘Na verloop vant tijd start je dan een zaakje op en je laat anderen voor jou werken. Natuurlijk loopt zoiets niet vanzelf en het gaat gepaard met de nodige moeilijkheden maar uiteindeljk, je zult zien, verdien je veel geld en ben je rijk.!’

‘En dan’, vroeg de Indiër, nog steeds zonder opkijken, ‘wat moet ik dan?’
‘Wel,’ lachte de Amerikaan tevreden, ‘dan ga je rentenieren en doen waar je zin in hebt!’

Even keek de Indiër in gedachten naar de dobber en toen zei hij: ‘Dat doe ik nu toch ook al.’

dinsdag 7 oktober 2008

Maak je kop leeg...

In Zen gaat het volgende verhaal. Ik zet het hier maar even neer met mijn eigen woorden.

Op een bepaald moment gaat een heel erg ontwikkeld man uit het Westen op zoek naar een groot zenmeester in het Oosten. De man uit het Westen heeft van alles gestudeerd en wil zijn kennis nu wel eens gaan vervolledigen bij die zenmeester. Hij wil, vast overtuigd als hij is, de Waarheid kennen.

Wanneer hij bij de Meester aankomt, nodigt die hem uit te gaan zitten en vraagt of hij thee wil. De man is echter zo gehaast om de Waarheid te leren kennen dat hij meteen van start gaat en de Meester met vragen bestookt.
Deze giet rustig en onverstoord thee in het kopje van de man uit het Westen. Hij antwoordt niet eens op de vele vragen die de geleerde man uit het Westen hem stelt. Hij blijft gewoon thee schenken in het kopje tot de man verbaasd opmerkt dat het kopje stilaan overloopt.
Hij houdt abrupt op met vragen stellen en kijkt met open mond van de Meester naar het overlopende kopje.
‘Wat doe je nu!’, roept hij, ‘het kopje loopt over, zie je dat dan niet?’

De Zenmeester lacht vriendelijk naar de man en zegt op zijn beurt: ‘Dat is precies wat er met jou aan de hand is. Jouw kop zit zo vol met allerlei wijsheden dat er geen plaats meer over is. Er is geen ruimte meer over voor de Waarheid. Leeg je kop. Ontdoe je van al die kennis en dan zal de Waarheid zich als vanzelf tonen.’

Dat is ook wat ons in Advaita Vedanta verteld wordt. Geef al je oordelen en meningen op, vergeet alles wat je is verteld en wat je is geleerd. Ontdoe je van elke boosheid, woede, frustratie, Zet je op je hoofd en maak de vuilnisbak leeg. Gooi maar meteen alles weg. Je slechte humeur, je lichtgeraaktheid, je goede inborst, je verdriet maar ook je vreugde. Ontdoe je van je hele ego.

De meesten onder ons zullen dit echter een verschrikkelijk vooruitzicht vinden. Wat blijft er dan immers van hen over? Wat blijft er van mij over wanneer ik mij van alles heb ontdaan? Dan ben ik niets meer!

Precies. En wanneer je Bevrijding zoekt, is dat precies wat bent: niets. Wanneer het de bedoeling is om iets te krijgen, dan ben je aan het verkeerde adres. Het is geen kwestie van Bevrijding te krijgen, je zit boordevol met allerlei rotzooi. Ontdoe je van die ballast en ontdek dan vanzelf wat je al bent: Vrijheid. Als je niets meer overhoudt, ben je in niemandsland. Dan ben je nergens meer.

Dan ben je wat je bent: absoluut, moeiteloos en zuiver Gewaarzijn.

zondag 5 oktober 2008

En we gaan op zoek...

Op een gegeven moment kan het gebeuren dat je begint te zoeken naar de zin van het leven. Naar de zin van dit alles wat je overkomt. Je begint je vragen te stellen naar het waarom. Waarom kun je bijvoorbeeld niet altijd gelukkig zijn. Waarom blijven de dingen niet zoals ze zijn maar moet er steeds weer roet in het eten worden gestrooid?

Of het kan ook gebeuren dat je niet zoekt. Uiteindelijk heb je dat niet zelf in de hand. Het gebeurt, of het gebeurt niet. Simpel.

Wanneer het niet gebeurt dan zijn we snel uitgepraat. Maar wanneer het om een of andere duistere reden toch mocht gebeuren dat er vragen komen, dan gaan we op zoek.
Het heeft niet veel zin om telkens opnieuw alle obstakels die je in je leven tegen komt uit de weg te gaan ruimen. Waarom niet? Wel, je zult zelf al wel ondervonden hebben dat je op die manier bezig blijft.
Het is dus veel logischer en directer om maar meteen de wortel te gaan opzoeken. De bron van al die ellende, die moeten we zien te vinden. Wat is de bron van alle pijn, alle verdriet, alle frustratie in je leven? Jij! Zo eenvoudig is het. Jij bent de centrale spil waarrond alles draait. Jij bent er altijd bij. Als jij pijn hebt, ben jij er bij. Ben je om een of andere reden teleurgesteld? Jij bent er bij. Dat is natuurlijk ook het geval wanneer je vrolijk bent, reden tot tevredenheid hebt of wel een gat in de lucht kunt springen van plezier. Wie is er steeds bij?
Inderdaad.

De gemeenschappelijke noemer van alles wat er in en rondom jou gebeurt is die ‘ik’ of het ‘ego’ zoals het ook wel eens wordt genoemd. Maar aan dat laatste kleeft inmiddels een psychologisch geurtje en daarom hou ik het liever gewoon bij het ‘ik’.
Daar moeten we dus naar op zoek! Dat is onze wortel, daar moeten we aan gaan werken. Maar loop niet te snel van stapel. Doe het liever rustig en vooral wees eerlijk, oprecht, geloof niet zomaar om het even wat in je opkomt. Ontdoe je om te beginnen van alle vooroordelen en geloof. Het geloof in een afzonderlijk bestaand ‘ik’ is er zo eentje bijvoorbeeld.
Daarom is ernstig zelfonderzoek primair. Niet in de zin van: ben ik wel goed genoeg, schiet ik niet te kort, doe ik elke dag wel mijn plicht enz… Neen, als je dat soort zelfonderzoek wilt doen, koop dan een zelfhulpboek. Die verkopen als zoete broodjes. Als het de bedoeling is aan jezelf te gaan werken, jezelf te analyseren, kun je rustig bezig blijven tot sint-juttemis. Dat is niet waar we hier aan doen. Het ging om de wortel, weet je nog?

Keer jezelf binnenste buiten, ga naar binnen, onderzoek je lichaam, je mind (je denken), je gevoelens, je emoties…Onderzoek het allemaal grondig, wring het uit, puur en zuiver het allemaal grondig tot je dat vindt waar je naar op zoek moet: het ‘ik’.

En wanneer je het ‘ik’ dan uiteindelijk gevonden hebt; toon het mij!

woensdag 1 oktober 2008

Wie ben ik?

'Wie ben ik nou eigenlijk echt?' Het kan niet genoeg benadrukt worden dat ieder van ons uniek is. Je bent op elk moment van je leven anders dan al het andere, en precies wat je op dit moment moet zijn. Nog sterker: alles wat er ooit in jouw leven gebeurde, valt niet te bestempelen als 'goed' of 'fout'. Alles wat er ooit gebeurde, moest zo en niet anders gebeuren, omdat dat alles heeft geleid tot wat jij NU bent!...

Jij bent maar één ding: jij bent jezelf. En schrijf of denk 'Zelf' maar gerust met een hoofdletter, want dat Zelf van je is je diepste wezen, je bestaansgrond. Het is de enige reden van jouw persoonlijk bestaan, dat anders IS en dat ook anders bedoeld is dan het leven van al het andere waardoor je wordt omringd en dat samen met jou de Ene Werkelijkheid is, de ene ondoorgrondelijke Liefde, die gekozen heeft voor een emanatie in allemaal andere levensvormen.

Tot zover dus jouw Zelf. Maar hoe moet het nu met die anderen? Met al die andere levensvormen waardoor je wordt omringd en die allemaal willen dat jij je anders zult gedragen. Die vinden dat jij 'anders' moet zijn en meer zoals zijzelf, daarbij vergetend dat het juist zo prachtig is dat wij allemaal anders mogen zijn.

De plaats die al het andere leven in en naast het jouwe heeft is dus simpel. Niet gemakkelijk, maar wel simpel. Je hoeft alleen maar te proberen al het bestaande - maar dan ook echt àl het bestaande, inclusief die nare, onbegrijpelijke en vijandige mensen en gebeurtenissen - te zien als bestaand binnen de Ene Liefde, binnen het Zelf, binnen het Ene Leven waar wij allemaal deel van (mogen!) uitmaken, ieder in zijn eigen unieke vorm.

En pas als je dat ziet, kun je van daaruit bepalen welke concessies je kunt doen aan al die andere levensvormen, zonder schade voor jouw Zelf, zonder je Zelf geweld aan te doen. Dat geldt voor alles wat de wereld van je vraagt, voor de eisen die aan je worden gesteld en die er vaak niet toe doen zolang er bij jou geen gekwetst, onzeker egootje om de hoek komt kijken, dat het eigen 'ikje' en eigen taboes belangrijk vindt.

Ieder ander is een andere vorm van die ene Liefde en het is aan jou om niet langer bezig te zijn met zaken als kwaad of goed. Niet proberen de rechtmatigheid of de logica van al het bestaande te begrijpen en niets van al dat andere en onbegrijpelijke af te wijzen.

Dan is jouw werkelijkheid steeds weer een momentopname van je steeds groeiende inzicht in wie jij in werkelijkheid bent.


Citaat uit 'God heeft geen tijd, maar wel voor jou!' van Wim Burkunk

Wie ben ik?

Ik ben niet mijn naam.
Ik ben niet mijn lichaam.
Ik ben niet mijn verstand of mijn gedachten, noch mijn gevoelens.
Ik ben niet mijn familie.
Ik ben niet wat ik over mezelf denk.
Ik ben niet de persoon die ik denk dat ik ben.
Ik ben niet dat wat ik doe, zie, hoor of voel.
Ik ben niet de zoon van mijn ouders want dat hebben ze me verteld.
Ik ben niet de vader van mijn kinderen want dat heb ik zelf aangenomen.
Ik ben niet de man van mijn vrouw want dat hebben we zelf overeengekomen.
Ik ben niet waar ik woon en ook niet welke taal ik spreek.
Ik ben geen man want dat is maar een woord.

Dat alles ben ik niet en toch ben ik.
Rarara, wie ben ik dan?


Het antwoord op dit raadseltje vind je op geen enkele pagina, ook niet in de tekst die hierboven geciteerd wordt.

dinsdag 30 september 2008

Groeien

Wanneer je bijvoorbeeld botanica hebt gestudeerd zul je mij ongetwijfeld alles kunnen vertellen over de plantenwereld tot in de kleinste details. Heb je andere wetenschappen onder de knie dan kun je de mens eventueel ontleden tot in zijn DNA.
Ooit is men erin geslaagd om een eerste stap op de maan te zetten dankzij het menselijk vernuft dat via ingenieuze technische kennis die eerste stap mogelijk maakte. Er lopen talloze mensen rond op deze wereld die er een bijna encyclopedische kennis op nahouden over de meest diverse en uiteenlopende onderwerpen.

Vanmiddag had ik een gesprek met iemand over materie. Zelf ben ik niet zo’n wetenschapper, dus veel kon ik niet inhoudelijk bijdragen aan het gesprek. Fascinerend, dat wel. Leuk om weten ook, dat moet ik toegeven.
Op de linker hoek van mijn bureau staat een plant. Op een bepaald moment tijdens het gesprek zei ik tegen mijn gesprekspartner: ‘Vind je het niet vreemd dat de mens er schijnbaar in geslaagd is om zo’n immense hoeveelheid kennis over de dingen en de wereld in het algemeen op te doen maar dat hij nooit heeft stilgestaan bij één ding?’
Mijn gesprekspartner keek mij eerst een beetje verwonderd aan en zei toen: ‘Bij wat dan wel?’
Ik wees naar de plant op mijn bureautafel en zei hem: ‘Wat is het dat die plant doet groeien bijvoorbeeld? Wat is het dat jou beweegt? Wat is het waarin wij ons bewegen?’

Een seconde bleef het stil en toen: ‘Die plant groeit door liefde. Alles groeit door liefde.’
Ik zei niets meer. Het is immers duidelijk dat alles groeit door liefde.
Leven is niets anders dan onvoorwaardelijke Liefde.

zaterdag 27 september 2008

Waarom?

Toen ik negentien jaar oud was, schreef ik een tekst met als titel ‘Waarom ben ik negentien jaar geleden geboren?’

Ik herinner het mij als de dag van gisteren.

De tekst moet hier wellicht nog wel ergens rondslingeren.

35 jaren later, weet Ik wie Ik ben.

35 woelige, onrustige, vaak pijnlijke en vooral angstige jaren.

Nu Weet Ik wie dat Ik ben.

Er valt geen woord over te zeggen.

Het is een antwoordloos waarom.

Noch bitterheid, noch verdriet of boosheid.

Maar vrede, eindeloos veel liefde voor alles wat leeft.

Angst? Geen enkele.

Enkel Stilte.

vrijdag 26 september 2008

Shri Ramana Maharshi




Wanneer we het over advaita hebben kunnen we niet voorbij gaan aan een van de grootste leraren op dit terrein, Sri Ramana Maharshi. Een van de vaakst gehoorde uitdrukkingen op de weg naar realisatie van het zelf is wel ‘het ego loslaten’. Nu weet iedereen natuurlijk waar puur egoïsme toe kan leiden, dus over dat ego gaat het hier niet. Het betreft evenmin het ‘ego’ dat sommige psychologische benaderingen hanteren en waarbij gestreefd wordt naar het groeien in volwassenheid. Dat soort ego loslaten is absoluut nergens voor nodig.

Het ‘ego’ waar de leraren in de advaita en andere bevrijdingswegen het over hebben is het obstakel bij uitstek, een activiteit van het denken, een identificatie via het denken met een persoon, een bestaand figuur die meer of minder is dan andere figuren of een combinatie van beide. Dit ego, het ‘denken’ bestaat essentieel uit vergelijken. Het is gebaseerd op een gewoonte-groef met als voornaamste kenmerk de gehechtheid aan een mening over jezelf of over de ander(en). Een zelfbeeld dat maar niet wil oplossen, maar dat integendeel er alles voor over heeft om te continueren, te kunnen blijven bestaan.
Elke activiteit van het lichaam, het denken en het voelen draait bij die persoonlijkheid om de veronderstelling dat er een ‘ik’ is die iets doet. Dat ‘ik’ wordt beschouwd als een continuerende en blijvende entiteit.

De oudste bekende advaitaleraar, Bhagavan Shri Ramana Maharshi (1879-1950 heeft verreweg de meeste invloed gehad en is het levende symbool geworden van de Advaita.

Alles in zijn onderricht draaide rond de vraag ‘Wie ben ik?’. Dat was voor hem de ware vorm van zelf-onderzoek. Het toelaten van die vraag bracht volgens hem het daadwerkelijk oplossen teweeg van gedachten en identificaties. Het laten ervaren van het effect van de vraag was zonder verdere toelichting genoeg. Wanneer hem de vraag gesteld werd hoe dit dan moest gebeuren, antwoordde hij: ‘Het verkeerde ‘ik’ hoef je niet te elimineren. Hoe zou ‘ik’ zich zelf kunnen elimineren? Vindt enkel zijn oorsprong en verblijf daar!’ Wanneer je het ‘ik’ gaat zoeken, zul je vanzelf wel merken dat het niet eens bestaat. En dat is nu juist de manier om het te vernietigen want hoe kan iets dat niet bestaat vernietigd worden?’

Maar wat bestaat er nu wel en wat bestaat er nu niet? Je blijft met die vraag zitten, hoe dan ook. Daarop antwoordde Ramana dan: ‘Zoals een vonk opspat uit vuur, zo rijst individualiteit op uit het Absolute Zelf. Deze vonk wordt dan ‘ik’ genoemd. Bij iemand die niet tot besef is gekomen identificeert het ‘ik’ zich met een object, tegelijk met zijn eigen ontstaan. Zonder zo’n verbinding met een object is het ‘ik’ niet in staat te blijven bestaan. Dit is nu precies wat we ‘niet-beseffen’ noemen. De vergissing is precies de neiging van het ‘ik’ om zich als een object voor te doen.
Het lichaam is zonder gewaarzijn en kan op zichzelf niet ‘ik’ zeggen en Zijn-Gewaarzijn kent geen verschijnen noch verdwijnen. Toch ontstaat er iets tussen deze twee in als een ‘ik’ dat het lichaam als maatstaf neemt en zich ermee identificeert. Het gaat er nu om deze verknoping door te snijden. Dit doorsnijden is geen gewelddadigde activiteit maar gewoon kijken. Je dacht dat je al keek maar dat deed je niet echt. Wanneer je echt gaaat kijken zul je merken waar je die ‘ik-persoon’ kunt vinden. Het ‘ik’ is louter een ongrijpbare verbinding tussen het lichaam en louter Bewustzijn. Niet werkelijk. Wanneer je niet nauwkeurig genoeg kijkt, blijft het je last bezorgen. Kijk je met volle aandacht, dan blijkt het niet eens te bestaan.
Wanneer je het ‘ik’ werkelijk en gemeend gaat zoeken, verdwijnt het, bestaat het niet eens.

Op deze manier lijkt het echter alsof er een gebeurtenis in de tijd overheen dient te gaan; eerst dit en dan pas dat. Ramana legde echter evenveel nadruk op het feit dat het altijd-aanwezige Bewustzijn op zich altijd al zuiver gebleven is en niet verknoopt met wat dan ook. ‘Ik’ besta nu al enkel en alleen uit zuiver Bewustzijn-op-zich.

Wat wij ‘object’ noemen (of dat nu een materieel ding of een psychisch object, een gedachte dus betreft, het gaat in feite altijd om een gelijktijdig bestaan van subject en object. Ik maak nu dit bepaalde object mee en dan maak ik een volgend object mee en dan weer een ander object enzovoort. Altijd is er die vermenging, die verknoping waarin IK constant hetzelfde blijf. Anders gezegd; elke seconde dat wij ons verbeelden dat er uitsluitend objecten in onze aandacht zijn (materiële of psychische) is er tegelijkertijd het IK als subject (niet als het persoonlijke ‘ik’ dat ook niet meer dan een object is en dat slechts tijdelijk optreedt. Zonder Subject of IK is er geen enkel object mogelijk. Dan is er domweg niets. Ramana adviseert dus om altijd bij het aanwezige Subject te blijven ook al wordt je voortdurend weggelokt naar allerlei schijnbare objecten. Dat hindert niets. Altijd is het Subject, het altijd aanwezige Licht aanwezig. Nooit is het er niet!
Hoe meer je vraagt naar de bron van het ‘ik’ (persoon), hoe meer je gaat zien ‘ik’ in feite ‘IK’ is, totaal objectloos, ononderbroken ‘IK, IK, IK,IK’.
Ramana zegt dat wanneer je de illusie van het ‘ik’ van je afschudt het ‘IK’ toch overblijift. Dit kun je de paradox van de Zelfrealisatie noemen. De hele tijd bestaat er slechts één ‘IK’ en van tijd tot tijd komt dan de zich-vergissende ‘ik-gedachte’ op terwijl het IK continu blijvend is en vanuit zichzelf bestaat, zelfs voordat het manifest wordt.
We zijn hier echter aanbeland bij de grote valkuil van advaita want wanneer het advies gegeven wordt om je aandacht altijd bij het pure subject te houden, met uitsluiting van de objecten, dan klinkt dit uitgangspunt van twee realiteiten heel erg dualistisch.
Het antwoord van Ramana hierop luidt dat je niet anders kunt dan de aandacht weg houden van al die gedachten en gevoelens, voor al het objectieve zo lang je het objectieve nog beleeft als apart van het Subject! Daarna pas kun je gaan beseffen dat gewaarloosheid niet apart staat van Gewaarzijn. Gewaarzijn en gewaarwording zijn geen twee aparte realiteiten maar slechts een manier van praten om de zoeker een zeker inzicht te verlenen wat hem ertoe kan brengen zelf te ervaren dat de zogenaamde ‘materie’ (objecten) vervat zit in het kennen (gewaarzijn) ervan. Je kunt Gewaarzijn niet tot object maken. Er is geen veelvoud van. Je kunt er enkel mee samenvallen, door herkenning. Ik, Ik, Ik, continu zonder vorm, zonder inhoud, zonder klank of kleur. Verder valt er niets meer te doen dan je erin te ontspannen.
Hier is de zoektocht voorbij.
Daarom heet het ook zelf-realisatie, je moet zelf de waarheid zien en ‘IK’ is altijd aanwezig, het hoeft nergens heen. Je moet het niet gaan zoeken. Waar jij ook gaat, jij bent er.

‘IK’ is er al.


Vrij naar een tekst van Philip Renard.

woensdag 24 september 2008

SUNYATA _ Deel II

Het is natuurlijk vanzelfsprekend dat dit ego niet ogenblikkelijk zijn invloed verliest. Het duurt lange tijd voordat het volkomen doorzien is. Dat gaat van de wat grovere niveau’s naar de steeds subtielere. Wat we nu in elk geval al kunnen doen is onze rigide en gespannen overtuigingen en opvattingen wat losser maken. Ontspannen. Op die manier ga je stilaan zien dat, zelfs al is er een concrete verschijning, het niet bestaat zoals het zich voordoet. Je krijgt stilaan dieper inzicht en ervaring en je gaat de interpretatie minder volgen.
Vergelijk het met een goochelaar die een bord spaghetti heeft omgetoverd tot een sinaasappel. Aan jullie gaat de spaghetti zich voordoen als een echte sinaasappel en door de kracht van de verschijning gaat die sinaasappel zich ook aan de goochelaar als een sinaasappel voordoen maar hij gaat er niet emotioneel meer in mee. Hij is bevrijd van de begoocheling en wordt niet langer emotioneel in de war gebracht.

We hebben allemaal een verkeerde zienswijze van de zintuiglijk waarneembare wereld maar diep van binnen moeten we begrijpen, moeten we inzien dat de verschijningen niet echt zijn zodat we ze niet langer als concreet bestaande objekten gaan beschouwen. Aanvankelijk heeft niemand daar enige notie van. Iedereen gaat maar door en door in de duisterenis van de projectie van het ego. We nemen de verkeerde, concrete zienswijze waar en houden er onverbiddellijk aan vast. Dit is realiteit! Daarna komen we op een bepaald punt waar we achterdochtig worden en er twijfel opkomt. We nemen dan nog steeds de verkeerde zienswijze waar maar we houden er niet meer aan vast, het is op losse schroeven komen te staan. Er is meer ontspanning. Wanneer je dan het volledige inzicht hebt verkregen, de intelligentie van de totaliteit bezit, dan is er geen verkeerde zienswijze meer die blijft vasthouden aan het idee van een ego.

Vasthouden aan een concrete, op zichzelf bestaande verschijningsvorm bindt ons in samsara, in pijn en lijden. En de verkeerde zienswijze op zich is niet eens het ergste; wat erger is dat we persé aan die zienswijze, die benadering willen blijven vasthouden. We willen erin blijven geloven. Dan ben je emotioneel ontvankelijk om diep in de problemen te komen. Als je er niet in gelooft dan is het gemakkelijk; dan wordt je er net zo min door geraakt als wanneer je naar een film kijkt.
De wezenlijke natuur van het hele universele bestaan is dat dit niet concreet en vanuit zichzelf bestaand is. Het gaat hiet niet om een filosofie; het gaat hier wel degelijk om de realiteit.
In deze allesomvattende Realiteit, de non-dualiteit of sunyata komt en gaat al het bestaande, wordt al het bestaande geborezn en sterft het. Men zegt vaak ‘ik ben zondig, ik ben slecht of fout of negatief of ik heb niet veel kwaliteiten; ik ben lelijk’. Wat je ook over jezelf denkt, het is niet je ware natuur. Het is niet je werkelijke wezen. Je maakt je onnodig zorgen. Onze wezenlijke aard is van nature zuiver en helder, puur.
Ga hierbij echter niet te rigoureus aan het werk. ‘Ik moet een zuivere staat van geest bereiken! Ik moet het hebben want ik werk er zo hard aan, ik mediteer de hele tijd, ik hoop dat ik het volgende jaar zal bereiken!’ Neen. Zo werkt het niet, dat is onzin en deze manier van denken wordt een obstakel, het staat de realisatie eerder in de weg. Neem louter zuiver en helder waar. Wees bewust en alert. Zuiver en helder bewustzijn is altijd aanwezig, je hoeft er niets voor te doen, het is er altijd, vanzelf.
Het ego is slechts een golf, een hoge golf op de oceaan. De oceaan is er altijd en is zuiver en helder uit zichzelf. Contempleer op die zuivere en heldere natuur van je bewustzijn.

Misschien zeg je nu wel ‘maar wat is bewustzijn?’ Bewustzijn is zuiver ervaren, zowel fysiek als mentaal. De twee tegelijk. Dat is Ervaren. Dat is je ware natuur.
Contemplatie op bewustzijn of ervaren leidt tot non-dualiteit. Concentratie op de helderheid van het bewustzijn of ervaren leidt automatisch tot het gevoel dat alles verdwijnt.
Wanneer dat gebeurt hoef je niet bang te zijn maar enkel voelen dat dit het is, dat het hier om gaat. Dan moet je niet opnieuw op de gebruikelijke dualistische manier gaan denken en het ervaren als ‘dit is dat’ gaan identificeren.
Wannneer we de verkeerde zienswijze niet onderuithalen zullen we niet de zachtheid ervaren van onze werkekelijke natuur.

Een mens is gemaakt voor schoonheid. Bewustzijn is helder en deze fundamentele helderheid is er altijd. Daarom is er altijd Schoonheid.

SUNYATA _ Deel I

Sunyata is een heel belangrijk begrip in het boeddhisme. Het wordt in het Nederlands vaak vertaald door ‘leegte’. ‘Leegte’ in de zin van niet-zelf, leeg van zelf. Nog vrijer vertaald zouden we kunnen zeggen: geen ‘ik’ of ‘ego’.
Het ego is namelijk de wortel van alle begoochelingen, de wortel van alle menselijke problemen zeg maar. De manier waarop dat gebeurt is eigenlijk heel eenvoudig. Het is voldoende ons bewustzijn van moment tot moment te observeren.
Hoe denken we dat we bestaan? Wanneer je goed kijkt hoe de ‘mind’ (het denken of de geest dus) de realiteit interpreteert dan begrijp je onmiddellijk wat er gebeurt. Die geest of mind heeft het vooropgezettte idee ‘dit ben ik, daar mag ik niets van kwijtraken, zo moet het altijd blijven!’ Dit foutieve beeld van de realiteit heeft niet van doen met de werkelijke manier waarop alles bestaat.
Alle bestaande verschijnselen worden door die geest benoemd op basis van een verkeerde voorstelling van de feiten. Een bepaalde realiteit bestaat, dat is onmiskenbaar, maar die wordt dan benoemd als ‘dit is Jan, Francesca of welke naam dan ook’. Er is ‘iets’, een bepaalde verschijningsvorm en aan de hand van die vorm komt dan de conclusie ‘dit is dat’. Vorm en naam.

Het ego kan niet aanvaarden dat dit een loutere projectie is en gaat er van uit dat de realiteit, de wereld en alles wat erin is, inherent, helemaal van de kant van het objekt komt. Dat die objekten dus echt, op en uit zichzelf daadwerkelijk bestaan.
Wanneer ik bijvoorbeeld een bloem neem en zeg ‘dit is Peter’ dan zal deze opmerking ongetwijfeld op hoongelach worden onthaald. Wanneer ik echter naar mezelf wijs en zeg ‘dit is Jan, dan denkt iedereen dat dit volkomen redelijk is en normaal. Wanneeer je in de bloem Peter gaat zoeken dan zul je die nergens aantreffen. Dit is echter ook het geval wanneer ik naar mezelf wijs en zeg ‘dit is Jan’. Je zult bij nader onderzoek nergens geen Jan aantreffen.
Jan bestaat nergens. Valt dit moeilijk te accepteren? Onderzoek het zelf en je zult vanzelf merken dat het zo is. Het is alleen maar te hopen dat je er niet door uit de bol gaat.

Wanneer er dus nergens geen Peter in de bloem zit en ook geen Jan in dit lichaam, waar is ‘Jan’ dan wel? Bestaat Jan eigenlijk wel? Dat is de vraag die dan opkomt.
Misschien zul je zeggen dat dit niet zo’n goede redenering is en dat je beter kunt zeggen dat Jans bewustzijn eigenlijk Jan is. Maar Jans bewustzijn is niet Jan. Jans bewustzijn was er al voor Jan ‘bestond’ en zal er ook nog zijn nadat Jan er niet meer is. Nergens, maar dan ook nergens en ook in geen enkel lichaamsdeel is Jan ook maar te vinden!
Jan is niet meer dan een samensmelting van diverse energieën waaraan je de naam ‘Jan’ geeft die dan ook een op zichzelf bestaand leven mag leiden.
Zo wordt elke ervaring van de zintuigen, elke verkregen informatie altijd als iets concreets beschouwd. Iets dat echt bestaat dus. Dit is een dualistische zienswijze, een verkeerde manier van kijken. Het egobewustzijn houdt vast aan het vooropgezette idee dat er ergens binnen in mij iets concreets bestaat, een persoon, een ‘ik’ en dit is een totale overwaardering en vergeleken met de ware aard, het ware wezen van het bestaan volledig onrealistisch.
Als je dat nagaaat en je er totaal bewust van wordt dan zul je elke keer als je zegt ‘Ik ben dit of dat of ik zou zo of zus moeten zijn’, weten dat het een fantasie of hallucinatie is. Het is dan onmogelijk om vast te blijven houden aan het gefixeerde idee van ‘dit ben ik’.
Alles wat we normaal gesproken waarnemen wanneer we naar de dingen kijken en zeggen ‘Dit is echt, dat wat ik zie is echt, dat wat ik ruik is echt’, is dus een verkeerde zienswijze.

Misschien denk je nu wel dat dit de zaken alleen maar verschrikkelijk moeilijk maakt maar dat is helemaal niet zo. Het volstaat sceptisch te zijn en niet klakkeloos te geloven dat wat er aan je oog verschijnt, of aan je oor enzovoort niet de realiteit heeft zoals ze zich aan je voordoet. Wees achterdochtig, geloof niet onvoorwaardelijk wat men je heeft wijs gemaakt.
De juiste zienswijze hoef je zelfs niet te gaan opzoeken; ze is overal.
Sunyata bevindt zich in alle verschijnselen.

maandag 22 september 2008

ZEN Citaten



Zen-verhaal:
Een monnik vroeg aan zijn meester: Ik zoek
bevrijding.
Hij antwoordde: Waar zijn dan je boeien?
De leerling keek verbaasd: Die heb ik niet!
Toen vroeg de zenmeester: Waarom zoek je dan
naar bevrijding?


Emoties? ...
Lach, huil en dans, wat doet het eraan toe?
Zit niet vast, stroom als een rivier langs rotsen en
door ravijnen, langs weilanden en door dorpjes.
Wees bewust. Ook wanneer je boos bent.
Wees bewust. Ook wanneer je aardig bent.
Wees enkel bewust.
Leert zen geen bewustzijn?
Natuurlijk wil een monnik niet kwaad worden,
bijvoorbeeld op zijn leraar. Maar wat heeft een
leraar aan schijnheiligheid?
Zen betekent gevoel. Omdat je zonder gevoel niet
kunt zien. Een krekel springt in jouw hart.
Uiteindelijk doen alle gevoelens er niet meer toe.
Dan heb je begrepen dat je mens bent en geen god.
Dat Jezus nooit zal wederkeren. Dat mooie
woorden niet waar zijn en ware woorden niet mooi
(Lao-tse).
Bewustzijn, liefde en spontaniteit horen bij elkaar.


Neo-zen.
... Alles wat is.
Ik pretendeer hier geen nieuwe zen te brengen. Net
zoals je maar Een Jezus hebt en Een Eiffeltoren.
De zen van Japan ken ik niet, want ik leef hier. Ik
ken de zen uit Japan enkel uit boeken, films,
ontmoetingen, en dergelijke.
Hier in het Westen zijn we een stuk eenvoudiger.
Simpel met zen, simpel met advaita vedanta,
enzovoort. Hier kennen we geen lange traditie!
De kern van zen is neo-zen. Dus geen poespas met
bepaalde kleding en strenge disciplines. En geen
gehoorzaamheid aan een bepaalde richting en
zenmeester.

donderdag 18 september 2008

Sri Nisargadatta Maharaj


Zijn we inmiddels op onze tocht terecht gekomen bij een ander boegbeeld van advaita, Sri Nisargadatta Maharaj. Hij is de bekendste vertegenwoordiger van deze non-dualistische leer van onze tijd. Hij werd ook wel Bidi Baba genoemd en hij overleed aan keelkaner in 1981, dus nog vrij recent eigenlijk. Zijn bijnaam Bidi is ontleend aan de tijd waarin hij van die kleine bidi’s rookte, kleine Indiase sigaretjes en ze in de straten van Bombay verkocht om in het onderhoud van zijn gezin te kunnen voorzien.

Hij was als leraar vooral belangrijk voor de reeds genoemde Nederlandse Alexander M. Smit. Smit stierf op zijn beurt totaal onverwacht aan een hartaanval op amper 50-jarige leeftijd. Maar voor een advaitist (of hoe noem je zo iemand? maakt de leeftijd waarop je heengaat helemaal niets uit: hij is immers nooit geboren, hoe zou hij dan ooit kunnen sterven.

Van Nisargadatta verschenen twee boeken waaonder “I am that” en ze werden beide vertaald door de hier reeds genoemde Wolter Keers die op zijn beurt leerling was van de Indiase goeroe Atamananda of Krishna Menon genoemd. Zowel Nisargadattta, Smit, Keers Yogananda en Atamananda kunnen worden gezien als charismatische goeroes die grote groepen mensen rond zich verzamelden en motiveerden.
Waar het in Advaita Vedanta hoofdzakelijk om gaat is zelfonderzoek. Wie ben ik werkelijk? Dat is de steeds weerkerende vraag die je je moet stellen. Nisargadatta, eigenlijk een niet zo makkelijk man in de omgang, bleef daar heel zijn leven op hameren. Stel je voortdurend die vraag: wie ben je werkelijk? Hij was daar onverbiddellijk in en heren van overal in de wereld met ronkende academische titels , liet hij binnen de kortste keren met de mond vol tanden staan.

Je moet ernstig, met bittere ernst zelfs onderzoeken wie of wat je bent. Daarbij komt het erop aan om alles wat je geleerd (aangenomen) hebt overboord te gooien want dat komt immers uit tweede hand en kan dus niet echt zijn. Het zijn niet meer dan ‘aannames’, geen feiten. Advaita houdt zich enkel bezig met feiten. Feiten die op zichzelf staaan want anders kunnen ze de Waarheid niet uitmaken.
Wat bijvoorbeeeld voor mij goed is, kan dit eventueel voor jou niet zijn en anderom. Zowat heel de wereld haatte wat Hitler deed, terwijl de man in Duitsland op handen gedragen werd. Alles is dus relatief en wat relatief is, is nooit echt.

Bij het aanvatten van dat zelfonderzoek zullen de meeeste mensen geloven dat ze hun lichaam zijn. Is dat zo? Het lichaam verandert voortdurend, miljarden cellen werken onverdrotoen samen zonde dat je daar de minste weet van hebt. Het lichaam verandert ook, dat merk je vanzelf als je een dagje ouder wordt. Het is dus zeker niet iets wat onafhankelijk en totaal op zichzelf als dusdanig bestaat. Hoe kun jij dan jouw lichaam zijn? Dan zou jij voortdurend iemand anders zijn nietwaar. Dan gaat iemand wat dieper nadenken en beweert hij dat hij dan zijn denken moet zijn, zijn gedachten en gevoelens. Maar ook die veranderen en wat meer is, je hebt er niet de minste controle over. Je hebt er geen enkele zeggingskracht over. Probeer maar eens een gedachte te denken die net daarvoor er nog niet was. Dat lukt je onmogelijk. Hetzelfde met gevoelens. Gedachten en gevoelens komen en gaan, zomaar, vanuit het niets. Een seconde voor een gedachte verschijnt heb je er niet het minste idee van wat die gedachte gaat zijn. Hetzelfde geldt voor gevoelens. Nu ben je triest, dan ben je weer vrolijk. Men gebruikt hierbij wel eens de mooie metafoor dat gedachten en gevoelens als wolken zijn die geruisloos aan de onbeweeglijke hemel voorbij trekken.

Zowel het lichaam als gedachten en gevoelens, de elementen waarvan je altijd hebt aangenomen dat je ze was, blijken niet meer dan relatieve verschijnselen waar je niet het minst over te zeggen hebt. Ze doen zichzelf. En ze bestaan zelfs niet echt want anders zouden ze eeuwig en altijd onveranderlijk aanwezig moeten zijn zonder afhankelijk te wezen van iets anders. Is een kar nog steeds een kar als je ze helemaal uit elkaar haalt en de afzonderlijke delen op tafel uitspreidt?
Dit is niet eenvoudig om zomaar aan te nemen maar daar gaat het nu net om, er hoeft niets aangenomen te worden, er moet onderzocht worden. Onderzoek naar de Realiteit. De enige, echte en uit wat we nu gezien hebben zijn noch ons lichaam, noch onze gedachten oif gevoelens de ware Realiteit.

Blijft de vraag overeind: wie zijn we dan wel? Want dàt je bent kun je niet ontkennen want om dat te ontkkennen moet je er eerst al zijn!

woensdag 17 september 2008

Bhagwan Shree Rajneesh


…beter bekend onder de naam Osho was een goeroe die later de Bhagwanbeweging stichtte. Hij was vooral bekend in de jaren ’70 waar ik hem graag bezig zag op de Nederlandse televisie. Wat velen zich nog van heml herinneren zijn vooral het feit dat hij meermaals in opspraak kwam en dat hij de trotse bezitter was van 96 Rolls Royces. ‘Bhagwan’ betekent eigenlijk ‘gezegende. Hij was dan ook in meer dan een opzicht ‘gezegend’ maar daar gaat het hier niet om. Waar het hiet vooral om gaat is dat hij erin geslaags is om diverse leringen met elkaar te verzoenen hoewel hij vooral een heel erg fervent Zenadept was.Ik besta. Ben je ooit diep in de gevoel gegaan? Ik besta. GA diep in dat gevoel naar binnen terwijl je gewoon zit: ik besta, ik ben. Voel het maar denk het niet want je kunt het ook in de mind zeggen maar dan is het gewoon nutteloos. Voel het tot diep in je gebeente. Voel het door je hele lichaam heen. Ik ben, meer niet. Wat bedoelde Osho toen hij dit zei? Je zit bijvoorbeeld gewoon in een of andere stoel. Wanneer je eenmaal gaat voelen dat je bestaat, dan word je je meteen van een heleboel dingen bewust. De druk bijvoorbeeld van jou gewicht op de stoel, de aanraking met de voering ervan, het fluweel. Je wordt je plots bewust van de luchtstroom doorheen de kamer, geluiden, ook die in je lichaam zoals het stromen van het bloed, het kloppen van je hart, de ademhaling die onafgebroken doorgaat en ook word je je plots bewust van een subtiel vibrerend gevoel in het hele lichaam. Het lichaam is iets dynamisch, het is niet statisch. Jij vibreert helemaal en dat gaat altijd zo maar door zolang je leeft. Die trilling is er.Hoe meer je je bewust wordt van al die vele dingen die gebeuren die zich binnen en buiten jou afspelen is dat wat Osho bedoelt met: ik besta. Als je je op die manier bewust wordt, stopt het denken. Het denken kan niet langer meer doorgaan als het bewust worden van alles wat gebeurt totaal is. Als je hiermee begint, voel je allerlei gedachten door je heengaan. Maar stilaan raken die gedachten op de achtergrond, ze verdwijnen haast en je voelt een afstand. Wanneer je eenmaal meer geworteld raakt in het loutere ‘zijn’, lijkt het alsof die gedachten niet meer bij jou gebeuren maar bij iemand anders. Bij iemand anders heel ver weg. En uiteindelijk, al je totaal gegrond bent – let op het woord – verdwijnt de mind. Jij bent er dan zonder een enkel woord, zonder een enkel denkbeeld.Waarom gebeurt dit nu? Omdat de mind een spediale functie is voor de omgang met anderen. Wanneer ik bijvoorbeeld met jou omga, moet ik mijn mind gebruiken, de taal, woorden. Dus zelf als je praat wanneer je alleen bent, ben je niet echt alleen want je praat dan nog steeds tegen iemand. Hoe kan dat nu dat je praat wanneer je alleen bent? Iemand is in je mind aanwezig en je praat tegen hem.Ik besta. Probeer het nu maar. Je kunt het rustig overal doen. Op de bus op op de trein of alleen maar terwijl je zit of op je bed ligt. Voel dan hoe het is.Voel hoe het is maar ga er niet over denken. Dan word je je er plots van bewust dat je vele dingen die bij je gebeuren nooit echt hebt gekend. Je hebt nooit echt je lichaam gevoeld. Je hebt je hand maar die heb je voordien nog nooit gevoeld. Soms is hij zwaar en verdrietrig en soms is hij blij en licht. Soms stroomt alles vanbinnen en soms is alles dood. Soms voel je hem levend, dansend en soms is het net alsof er geen leven meer in zit – ijskoud, dood. Nog wel aan je hangend maar niet meer levend. Wanneer je op die manier je wezen begint te voelen, gewaar te zijn, ga je de stemmingen van je handen kennen, van je ogen, van je neus en van je hele lichaam. Het is een geweldig verschijnsel met heel veel subtele nuances. Het lichaam blijft je maar van alles vertellen en jij bent er nooit om het te horen. En overal om je heen gebeurt precies hetzelfde; het bestaan gaat maar door om op stubiele manieren in je door te dringen maar je bent je er niet van bewust.Je bent er nooit om het te ontvangen, om het welkom te heten. Wanneer je het bestaan op die manier begint te voelen, komt ook de hele wereld op een volkomen nieuwe manier tot leven; je hebt dat nooit eerder gekend. Dan loop je bijvoorbeeld door dezelfde straat en die straat is niet meer hetzelfde omdat je nu gegrond bent in je bestaan, in je wezen. Je ontmoet nog steeds dezelfde vrienden maar ze zijn niet meer dezelfde omdat jij nu anders bent. Je komt thuis bij de vrouw waar je al jaren mee samenleefde en ze is niet meer dezelfde.Nu je bewust bent geworden van je eigen wezen, word je je bewust van het wezen van de ander…

zondag 14 september 2008

Alexander Smit


Het moet nu een jaar of vijftien, zestien geleden zijn geweest. Het was een heuglijke dag want mijn leven plofte plots en zonder schijnbare verwittiging in elkaar: mijn vrouw met wie ik bijna twintig jaar samen was geweest en waar ik twee kinderen bij had, verlieten mij. Er was geen weg meer terug en dus moest het maar. Van de ene op de andere dag kwam ik zo letterlijk op straat te staan. Mijn zelf opgezette bedrijfje kon ik wel vaarwel zeggen en ik woonde toen in West-Vlaanderen waar ik hoegenaamd niemand kende en daar ook geen enkle reden toe, het laatste gebied mij de eerlijkheid om dat te zeggen want het was wel zo.

Ik kon dus geen kant meer op en besloot onverrichterzake naar mijn geboortedorp terug te keren waar mijn ouders mij tenminste nog enigszins konden opvangen en onderdak geven. Ik zei het al, ik leefde van de uitkering, dronk mezelf elke dag moed in om de dag door te komen en toen kwam er een dag waarop ik zag dat het zo niet langer verder kon. Ook mijn eigen kinderen hadden mij de rug toegekeerd wat ik hun niet eens echt kwalijk nam, zo zijn kinderen immers. Keihard. Ik begon uit verveling heel veel te lezen en dan nog wel het soort boeken waar ik vroeger nooit enige belangstelling voor getoond had. Spirituele boeken. Ergens boden ze me soelaas voor mijn totaal uitzichtloze situatie. Wat had ik te verliezen? Maar wie schetst mijn verbazing, doen die dinge me in bealag begonnen te nemen, ze begonnen me echt te boeien. Ik haalde elke week in de plaatselijke bibliotheek mijn portie lektuur. Ik las over Tao, over Zen en dan nog vooral over het Thibetaanze boeddhisme, waarschijnlijk omdat ik de Dalaï Lama een oud maar wijs man vond, toen nog wel. Nu vind ik het niet meer dan een of andre monnik die elke dag dezelfde kleren aantrekt en zijn dag doorbrengt met het plegen van meditatie en andere vreemde bezigheden. Maar ik herinner me nog wel dat ik hem hoe dan ook ‘wijs’ vond. Een man die schijnbaar wist waarover hij sprak en hij pleegde in elk geval in mijn ervaring geen geweld, ook niet tegen de Chinese agressors die zijn land stilaan maar zeker kapot maakten.

Van het Tibetaanse boeddhisme met zijn vele rituelen en gebedstrommels en hun ‘om om’ gezang kreeg ik echter al snel genoeg. Het stond te ver van mijn wereld die er niet rooskleurig uitzag. Een goede Duvel of een fles wodka gaf mij meer voldoening. Maar het bleef maar terugkomen en ik dacht aan nog een verslaving ondanks mezelf en ik begon liters boeken te verslinden over Zen. Zen vond ik minder nonsens uitstralen tot ik uiteraard ook mijn eerste stappen zette om aan zazen te gaan doen. Ik zag van alles en niet alleen door de drank maar vooral omdat ik van al dat stil zitten gek werd. Maar ik las nog meer verheven boeken en kwam daarna bij het ‘gewone boedhisme’ terecht. Maar dat is zo passief. Dat doet zo weinig behalve met een bedelnap rond de straat lopen en om eten bedelen en mediteren natuurlijk. Maar daar had ik ondertussen mijn buik al meer dan vol van. Mediteren met een kater van hier tot in Tokyo lukt niet zo heel best. Zo ging het een aantal jaren op en neer tot ik door omstandigheden in Gent terecht kwam. Vraag me niet meer hoe dat liep want het was louter toeval en toeval valt zoals we allemaal weten ons gewoon ‘toe’.

Daar ging de hemel voor mij open want toen ik de –plaatselijke, locale bibliotheek drie keer had uitgelezen over Tao, Zen en andere rotzooi, vond ik in Gent het paradijs: de immense stadsbibliotheek waar boeken stonden waar ik nog nooit had van gehoord. Ik was nog steeds op zoek maar wist zelf niet eens naar wat behalve geregeld naar een voorraad drank

En dan gebeurde wat ik bijna eenmirakel zou durven noemen omdat ik bij lange niet ooit gevoelens in die richting had rekening gehouden. Een priester zat er zeker niet bij mij in, die mannen met hun lange rokken boezemden me eerlijk gezegd wat schrik in; ik vertrouwde ze zelfs helemaal voor geen cent. En zo gebeurde dat ik op een dag tussen de vele rekken in de Gentse stadsbibliotheek glimlachendtond te genieten zonder enige daaarvoor aanwsiijsbare reden toen eer een boek in mijn handen viel. Letterlijk. Ik had er niet adhter gezocht en het heeft me jaren gekost voor ik er achter kwam dat het een hindoeïstiche thematiek –behandelde. En ik meen me te herinneren dat ik zelfs een broertje door had aan alles wat ook maar naar hindoeïsme rook. Ik vind het ook zo onprettig ruiken, ik weet niet wat jullie daar van vinden. In elk geval erger dan de meest ongewassen soutane van een katholiek clownesk figuur. Maar ik heb altijd al de gewoonge gehad om vrij naÏef door het leven te gaan, dus dat kon er nog wel bij en ik stelde me geen vragen, ging niet op onderzoek uit zoals sommige serieuze mensen dat wel plegen te doen.

Het was een boek van de hand van Alexander Smit met de weinig zeggende en erg korte titel ‘Bewustzijn’. Ik dacht nog even, een beetje bewust worden is niet zo erg had ik nog niet veel van terecht gbracht in mijn kromgegroeide bestaan. Het boek ging mee de tram op. Samen met nog een heleboel andere literatuur want ik haat het om zonder leesvoer te vallen en stel je voor dat het boek niks voorstelde.

Het liep enigszinds anders want het is het belangrijkste boek in mijn leven geworden. Ik werd er totaal door overhoop gesmeten, door elkaar geschokt en kon met de beste wil van de wereld niet geloven wat ik zat te lezen.

Zo is Alesander in mijn leven gekomen. Ik heb hem helaas nooit in levenden lijve mogen ontmoeten maar nu lijkt het alsof ik hem altijd gekend heb. Het boek werd een bijbel voor mij en ik heb het meer dan een keer gelezen. Later zijn er nog vaal andere werken van die strekking gekomen maar ze gingen allemaal over hetzelfde: het mysterie dat het Leven is, het mysterie dat IK BEN.


vrijdag 12 september 2008

Wijsheid

waak over uw gedachten, zij worden uw woorden,

waak over uw woorden, zij worden uw daden,

waak over uw daden, zij worden uw gewoonten,

waak over uw gewoonten, zij worden uw karakter,

waak over uw karakter, dit wordt uw bestemming

De Os en de Hoeder

Het hoeden van de os





1. Het zoeken naar de os.

Door moerassen vol gevaren en door eindeloze bossen
Zwerft de hoeder en zoekt naar zijn os.
Breed en naamloos zijn de rivieren langs het pad,
Haast ondoordringbaar is het struikgewas van de verre bergen.
Hij is volledig uitgeput,
Vertwijfeld raakt zijn hart afgemat.
Waar moet hij dan zoeken? Slechts het tsjirpen van de krekels
Treft in het schemeren van de avond zijn oor.



2. Het vinden van het spoor van de os.

Talloos de sporen van de os, door hem gezien
Aan de oever van de stroom en onder de bomen.
Ziet hij ook wel dat vertrapte gras verderop?
Hoe diep ook de ravijnen van de optoornende bergen,
De neus van de os kunnen ze niet verbergen,
Rijkt ze toch haast tot aan de wijde hemel.



3. Het vinden van de os.

Helder weerklinkt de zang van de nachtegaal.
Warm ligt de zon op de halmen
Van de zich in de wind wiegende weiden.
Daar ontdekt hij de os.
Niets kan hem nog verbergen.
Welk een schitterend hoofd, wat een statige hoorns!
Geen schilder kan dit treffen.



4. Het vangen van de os.

Vast, grijpt hij het voertouw van de os.
Met moeite slechts houdt hij hem in toom.
Zijn gemoed is nog te te heftig,
Te onstuimig zijn kracht.
Zo stormt hij naar boven het hoogland in,
Zo stevent hij af op ravijnen vol nevel en damp,
Om daar te vertoeven.



5. het temmen van de os.

Strak, moet hij het voertouw van de os houden
Niet een ogenblik mag hij het laten vieren,
Noch hem ruimte geven.
Anders zou de os teruglopen naar de moerassige grond.
Geduldig getemd echter wordt hij zuiver en zacht,
En zonder toom en voertouw volgt hij gewillig de hoeder.



6. De terugkeer naar huis op de rug van de os.

Op zijn hoofd een strooien hoed
En met wuivend kleed,
Zo rijdt hij huiswaarts op de rug van de os
Ingetogen en blij.
Ver in de opkomende avondnevel,
Klinkt de klank van zijn fluit.
Maat voor maart en vers voor vers,
Verraadt de stemming van de hoeder.
Wie ook hem hoort, weet hoe het de hoeder te moede is.



7. De os is vergeten, blijft de hoeder.

Huiswaarts keren kon hij slechts
Op de rug van de os.
Maar zie, de os is verdwenen.
Alleen, zit de hoeder, blijmoedig en stil.
Reeds staat de gloedrode zon aan de hemel,
Hij echter droomt vredig verder.
Onder het strodak liggen, nu zonder nut,
Voertouw en zweep.



8. De volkomen vergetelheid van os en hoeder.

Zweep en voertouw, os en hoeder
Zijn spoorloos verdwenen.
Wijd, ja, oneindig, de diepblauwe hemel,
Niet meer in woorden te beschrijven.
Kan dan de sneeuw
Boven oplaaiend vuur bestaan?
Is hij tot daar geraakt,
Kan hij aan de geest van de oude meesters beantwoorden.



9. Tot de oorsprong teruggekeerd.

Tot de oorsprong is hij teruggekeerd,
Tot de bron, waaraan hij ontsprong,
Maar zijn schreden lijken vergeefs.
Grenzeloos vloeit de rivier zoals ze vloeit,
Rood bloeit de bloem zoals ze bloeit.



10. het betreden van de markt met open handen.

Met onbedekte borst en op blote voeten
Komt hij naar de markt.
Van top tot teen is hij met stof overdekt,
Het gezicht besmeurd met aarde,
Zijn wangen overstroomt een imposant lachen.
Zonder geheim en wonder
Brengt hij verdorde bomen onverhoeds tot bloei.


Tekst: vertaling uit het duits van een tekst van H.M Enomiya Lasalle s.j..


Een inleiding bij "De tien plaatjes van de ossenhoeder"

De hoofdpersoon van dit poëtische beeldverhaal is een herdersjongen, een ossenhoeder. Hij staat voor niemand anders dan u, beste lezer. Het is dit ‘ik’, welk deze regels leest door een paar ogen, het subject van uw bestaan, de hoofdpersoon van dit unieke verhaal welk het uwe is. Het is dat wat uw gedachten denkt, uw plannnen maakt, uw verlangens heeft, en uw cheques tekent: het is hetgeen uit uw ouders werd geboren en op uw doodsbed zal sterven.

Dit ‘ik’ is ook het beginpunt van de zenweg. Toen, volgens een zenverhaaltje, een Chinese man, Huike geheten, Bodhidharma (de eerste zenpatriarch) ontmoette, ontstond het volgende gesprek:

Huike: “Meester, wilt u astublieft mijn geest (heart-mind) tot rust brengen!” Bodhidharma: “Toon hem mij, en ik zal hem tot bedaren brengen!” Huike: “Ik heb ernaar gezocht, maar kon hem niet vinden”. Bodhidharma: “Als je ernaar kon zoeken, hoe kon het dan echt je eigen geest zijn?”

In het zenboeddhisme heeft het dringende verzoek “toon mij jouw zelf” een speciale klank, als de wortel van het fundamentele onvervuld blijven van de mens, en de drijfkracht van zijn streven is niets anders dan dit ‘ik’. De japanse zenmeester Bankei, bijvoorbeeld, onderkende dit diepste menselijke probleem als volgt:

Je eigenliefde ligt aan de basis van al je illusies. Er zijn geheel geen illusies wanneer je deze voorkeur voor jezelf niet hebt.

Zen ziet niet het ‘ik’ als het doel van de zoektocht van de mens, maar als het probleem zelf. Aldus gaat de ossenhoeder, die een ‘ik’ heeft net zoals ieder van ons heeft, op zoek naar wat hij werkelijk is. Het voorwerp van deze zoektocht, het ware zelf van de mens, wordt voorgesteld als een os. De zoektocht strekt zich uit van het zien van vage sporen (plaatje twee) tot het diepgaand overwinnen van het problematische ‘ik’ met al zijn objecten (inclusief de os: plaatje acht) - en tot het tevoorschijn treden van de werkelijke aard (plaatje negen). In de Indiase Upanishaden, is het hoogste geestelijke doel het bereiken van het eigen ware zelf, uw atman, niets anders dan de essentie zelf van alles, met andere woorden, brahman. “Tat tvam asi”, “Dat zijt gij”, is de uitdrukking daarvan. In termen van de voorliggende klassieker van de zenliteratuur, de "Tien plaatjes van de Ossenhoeder", wil dat zeggen: je eigen zelf, dat wat je werkelijk bent zonder het te beseffen, is niets anders dan de os en die bloem, of je buurman. Aldus is de ware man in plaatje tien niet weg van de wereld maar geheel hier, in drukte van de marktplaats.

Tekst: vertaling van een tekst van Urs App (IRIZ).


terug

donderdag 11 september 2008

Mindfulness

Niet-zelf en zelf-zijn

In mindfulness (een modewoord tegenwoordig) word je bewust van de verschijnselen waar je eerst middenin zat en er mee geïdentificeerd was. ‘Jij’ hebt aandacht voor de verschijnselen, ik kijk naar de verschijnselen en ik blijf ze observeren. Soms vind ik dat leuk maar soms ook weer niet en dan is er weerstand. Ik hoef er echter niet mee samen te vallen, ze mogen rustig blijven doorgaan, maar ik blijf gewoon ‘kijken’.

Den word je ahw de getuige maar toch blijft er nog steeds een ‘ik’ dat kijkt die zich nu getuige noemt. Dan heb je een afstandelijk bewustzijn dat zich louter van de dingen bewust is, op een afstand en alsof het hem niets meer kan schelen en dan blijft de innerlijke relatie met de dinigen. Het is namelijk ‘jouw’ lichaam en het zijn ook jouw indrukken. Ook in advaita is dat een belangrijke overgang om los te komen van de primaire identificaties met de talloze patronen en vormen die je als jezelf beschouwde.

Advaita gaat echter nog een stapje verder, zeg maar ‘stap’. Als je nog verder teruggaat komt er nog meer ruimte. Wat voor ruimte dan wel? Je keer terug naar jezelf. Het is de zelfruimte waarin alles mag zijn als jezelf, als verschijnselen (wat ‘jij’ ook bent). De identificatie houdt op met dit of dat.Je laat alles los en dat betekent dat er meer openheid is gekomen, dat er een grote immense zelfruimte is. Het zijn-zelf wordt universeel. oe verdHoe verder je teruggaat, des te groter wordt de openheid van zelfzijn. Het zelf-zijn van de ander is dan ook je eigen zelf-zijn. Dit gaat dan verder dan compassie als een bovenpersoonlijke kwaliteit van jezelf in relatie met anderen. In plaats van een bovenpersoonlijke kwaliteit van jezelf in relatie met anderen wordt het dan een onpersoonlijk ‘zelf’ waarin alles gewoon mag verschijnen en er gewoon zijn.

In advaita wordt uiteindelijk ook de waarnemer opgelost in non-dualiteit. Dan zijn er geen problemen meer. Het is als het ware de weg terug. Eerst in mindfulness de zogenaamde ‘getuige’, daarna de waanemer die dan uiteindlijk ook oplost in non-dualiteit Dan krijg je de ontgrenzing, de volledige openheid. Als dit plaatsvindt, betekent dit dat het binnenste buiten komt en elk standpunt wegvalt. Zelf zijn is dan overal aanwezig. Dan ontstaat de volmaat moeiteloze en automatische non-dualiteit. Psychotherapie heeft als doel dat mensen in de wereld beter kunnen functioneren. Oosterse tradities gaan meer naar de kern toe omdat het hierin om radicale bevrijding gaat

Je zou het a.h.w. totale onverschilligheid kunnen noemen maar er is hoegenaamd ‘niemand’ meer die nog onverschillig is.

'Vrije bewerking naar een stukje van Douwe Tiemersma'