woensdag 7 januari 2009

De Kern (wordt vervolgd)

I. Denken

1. Denken is alles. Er bestaat enkel denken. Het denken creëert alles, van het atoom tot de cosmos, van een grassprietje tot een zandkorrel, van een olifant tot een bloem en de geur van de bloem. Je gevoelens, objecten die je ziet, je lichaam, je kwalen en pijnen zijn niets anders dan denken. Alles is denken: alles!

2. Vanuit de diepe slaap komt het denken en je droomt een gedroomd zelf en objecten. Er is niets anders dan denken.

3. Toch bestaat het denken niet. Het heeft slechts een schaduwbestaan. Het denken is niets anders dan wat ongecoördineerde gedachten in een denkbeeldige ruimte. Als je nauwkeurig kijkt, lijken ze net een droom.

4. Gedachten bestaan niet al lijkt dat wel zo. Daarmee bedoel ik dat ze niet tastbaar zijn, niet soliede, ze zijn niet permanent, net als een droomlichaam of droommensen. Wanneer je ze aandachtig observeert lijken ze op een droom.

5. Wanneer je uit een droom ontwaakt, verdwijnen de gedroomde beelden en je weet dat ze niet echt waren, louter verbeelding.

6. Zoals de droom verdwijnt wanneer je wakker wordt, zo gebeurt wanneer het denken en de gedachten als zuiver denkbeeldig worden gezien. De wereld is in eerste instantie ruimte en die is op zichzelf niet echt.

7. Het denken heeft een centrale gedachte, de ik-gedachte. ‘Ik’ is die ik-gedachte waar je de hele dag naar verwijst als ‘mij’ of ‘ik’. Er bestaat geen ‘ik’ waar de ik-gedachte naar verwijst. Geen enkel. Er bestaat met andere woorden geen object ‘ik’ dat afzonderlijk bestaat van andere objecten, mensen, plaatsen en dingen. Er is geen ego waar de ik-gedachte naar verwijst al lijkt dat wel zo. Er is geen scheiding tussen denkbeeldige objecten vermits ruimte zelf denkbeeldig is.

8. Er is enkel een ik-gedachte. Het is zoals een naam die naar niemand verwijst. Je denkt dat jij (‘ik’ als subject) bestaat, maar er is geen jij (‘ik’ als subject).

9. ‘Ik’ is louter een ik-gedachte. Het bestaat niet uit zichzelf tenzij als een gedachte en alle andere gedachten lijken verbonden met die ik-gedachte. Aan de ik-gedachte wordt verder alles opgehangen. Wanneer de ik-gedachte geen realiteit heeft, zie je dat de wereld ook geen realiteit bezit. ‘Ik’ is het ogenschijnlijke subject, de wereld het ogenschijnlijke object maar geen van beide bestaat zonder de ander. Beide zijn denkbeeldig.

10. De grote ontdekking is dat jij niet bestaat. Er is geen ‘ik’ of ego dat bestaat. Er is geen ‘mij’. De ik-gedachte is bedrieglijke dualiteit. Ik, jij is dualiteit. Binnen en buiten is dualiteit. Elke dualiteit hangt af van de realiteit van ik-gij, ik tegenover de wereld en uiteindelijk van de realiteit van de ik-gedachte of subject.

11. Wanneer je je realiseert dat jij (als een persoon) niet bestaat, verdwijnt de wereld onmiddellijk. Denkbeeldige ruimte verdwijnt.

12. Wanneer je beseft dat jij niet het denken bent, geen ding, besef je gelijk dat jij niet als persoon bestaat en dat ‘al wat is’ ook niet bestaat. Niets bestaat. Het is allemaal een droom die door het denken wordt gecreëerd.

13. Je kunt dit wel duizend keer horen maar het blijft een concept tot het ook jouw ervaring is. Het blijft een geloof, een idee.

14. Wanneer je dit realiseert, besef je dat er niets te doen valt. Er hoeft geen beslissing genomen te worden. Je bent nergens verantwoordelijk voor. Jij, als een ogenschijnlijk geest-lichaam, hebt niets meer te doen. ‘God’ doet alles, jij doet niets.

15. Alle menselijke problemen komen voort uit het geloof dat jij een afzonderlijk lichaam-geest bent. Wanneer je eenmaal ziet dat jij niet als dusdanig bestaat, komt grote, kalme vrede. Jij hoeft niets te doen vermits ‘het’ alles doet. (het helpt niet om die kracht namen als ‘God’ te geven, want labels verduisteren alleen maar en geven de indruk dat er zoiets als een verheven object bestaat).

Robert Adams, vertaald door No-body

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Leuk verhaal, maar wat eenzijdig.

Ad 11, 'Wanneer je je realiseert dat jij (als een persoon) niet bestaat, verdwijnt de wereld onmiddellijk.'.

Dat is een verkeerde conclussie, de wereld verdwijnt niet, de opvatting over de wereld verdwijnt. Alles is immers denk beeldig dus ook de wereld. Zolang het denken er is, is de persoon er, is de wereld er. Zodra het denken stopt is dat alles verdwenen. Maar dat denken stopt echter niet, het kan tijdelijk afwezig c.q. minder zijn, maar stoppen doet het niet. Dus er is een 'vermeende' wereld, een niet werkelijke wereld, maar het is er wel één waar rekening mee te houden is. Hetzelfde aangaande de persoon, als gedachte bestaat 'ie' dus kun je het niet ontkennen dat er iets beweegt. Echter een ego is aangemeten en met kwetsbaarheden heeft het ding bestaansrecht verworven.

René

ikke zei

Dag René,

"als gedachte bestaat 'ie'".

Net als dit blog trouwens en jij houdt er rekening mee door erop te reageren.

Bedankt voor je reactie!

ps: ik denk trouwens dat de zinsnede "de persoon niet bestaat, de wereld verdwijnt" dient gezien te worden in het licht van jouw reactie en dus niet echt voorbarig is. "verdwijnt de wereld...als vermeende realiteit..."

Maar ik kan dat niet verifiëren, ik ben slechts de vertaler.