donderdag 11 september 2008

Mindfulness

Niet-zelf en zelf-zijn

In mindfulness (een modewoord tegenwoordig) word je bewust van de verschijnselen waar je eerst middenin zat en er mee geïdentificeerd was. ‘Jij’ hebt aandacht voor de verschijnselen, ik kijk naar de verschijnselen en ik blijf ze observeren. Soms vind ik dat leuk maar soms ook weer niet en dan is er weerstand. Ik hoef er echter niet mee samen te vallen, ze mogen rustig blijven doorgaan, maar ik blijf gewoon ‘kijken’.

Den word je ahw de getuige maar toch blijft er nog steeds een ‘ik’ dat kijkt die zich nu getuige noemt. Dan heb je een afstandelijk bewustzijn dat zich louter van de dingen bewust is, op een afstand en alsof het hem niets meer kan schelen en dan blijft de innerlijke relatie met de dinigen. Het is namelijk ‘jouw’ lichaam en het zijn ook jouw indrukken. Ook in advaita is dat een belangrijke overgang om los te komen van de primaire identificaties met de talloze patronen en vormen die je als jezelf beschouwde.

Advaita gaat echter nog een stapje verder, zeg maar ‘stap’. Als je nog verder teruggaat komt er nog meer ruimte. Wat voor ruimte dan wel? Je keer terug naar jezelf. Het is de zelfruimte waarin alles mag zijn als jezelf, als verschijnselen (wat ‘jij’ ook bent). De identificatie houdt op met dit of dat.Je laat alles los en dat betekent dat er meer openheid is gekomen, dat er een grote immense zelfruimte is. Het zijn-zelf wordt universeel. oe verdHoe verder je teruggaat, des te groter wordt de openheid van zelfzijn. Het zelf-zijn van de ander is dan ook je eigen zelf-zijn. Dit gaat dan verder dan compassie als een bovenpersoonlijke kwaliteit van jezelf in relatie met anderen. In plaats van een bovenpersoonlijke kwaliteit van jezelf in relatie met anderen wordt het dan een onpersoonlijk ‘zelf’ waarin alles gewoon mag verschijnen en er gewoon zijn.

In advaita wordt uiteindelijk ook de waarnemer opgelost in non-dualiteit. Dan zijn er geen problemen meer. Het is als het ware de weg terug. Eerst in mindfulness de zogenaamde ‘getuige’, daarna de waanemer die dan uiteindlijk ook oplost in non-dualiteit Dan krijg je de ontgrenzing, de volledige openheid. Als dit plaatsvindt, betekent dit dat het binnenste buiten komt en elk standpunt wegvalt. Zelf zijn is dan overal aanwezig. Dan ontstaat de volmaat moeiteloze en automatische non-dualiteit. Psychotherapie heeft als doel dat mensen in de wereld beter kunnen functioneren. Oosterse tradities gaan meer naar de kern toe omdat het hierin om radicale bevrijding gaat

Je zou het a.h.w. totale onverschilligheid kunnen noemen maar er is hoegenaamd ‘niemand’ meer die nog onverschillig is.

'Vrije bewerking naar een stukje van Douwe Tiemersma'

1 opmerking:

Rob zei

de trancendentie bestaat dus steeds weer uit het zien. Wat gezien wordt is daarmee ge-zien (van zijn macht beroofd). Wat overblijft is dat Raadsel, wat je bent: het aller-enige wat zichzelf nooit kan zien.

Daarom kan het wel liefde zijn maar nooit van zichzelf houden. Er wordt n.l. nooit een zich-zelf gevonden.