woensdag 1 oktober 2008

Wie ben ik?

'Wie ben ik nou eigenlijk echt?' Het kan niet genoeg benadrukt worden dat ieder van ons uniek is. Je bent op elk moment van je leven anders dan al het andere, en precies wat je op dit moment moet zijn. Nog sterker: alles wat er ooit in jouw leven gebeurde, valt niet te bestempelen als 'goed' of 'fout'. Alles wat er ooit gebeurde, moest zo en niet anders gebeuren, omdat dat alles heeft geleid tot wat jij NU bent!...

Jij bent maar één ding: jij bent jezelf. En schrijf of denk 'Zelf' maar gerust met een hoofdletter, want dat Zelf van je is je diepste wezen, je bestaansgrond. Het is de enige reden van jouw persoonlijk bestaan, dat anders IS en dat ook anders bedoeld is dan het leven van al het andere waardoor je wordt omringd en dat samen met jou de Ene Werkelijkheid is, de ene ondoorgrondelijke Liefde, die gekozen heeft voor een emanatie in allemaal andere levensvormen.

Tot zover dus jouw Zelf. Maar hoe moet het nu met die anderen? Met al die andere levensvormen waardoor je wordt omringd en die allemaal willen dat jij je anders zult gedragen. Die vinden dat jij 'anders' moet zijn en meer zoals zijzelf, daarbij vergetend dat het juist zo prachtig is dat wij allemaal anders mogen zijn.

De plaats die al het andere leven in en naast het jouwe heeft is dus simpel. Niet gemakkelijk, maar wel simpel. Je hoeft alleen maar te proberen al het bestaande - maar dan ook echt àl het bestaande, inclusief die nare, onbegrijpelijke en vijandige mensen en gebeurtenissen - te zien als bestaand binnen de Ene Liefde, binnen het Zelf, binnen het Ene Leven waar wij allemaal deel van (mogen!) uitmaken, ieder in zijn eigen unieke vorm.

En pas als je dat ziet, kun je van daaruit bepalen welke concessies je kunt doen aan al die andere levensvormen, zonder schade voor jouw Zelf, zonder je Zelf geweld aan te doen. Dat geldt voor alles wat de wereld van je vraagt, voor de eisen die aan je worden gesteld en die er vaak niet toe doen zolang er bij jou geen gekwetst, onzeker egootje om de hoek komt kijken, dat het eigen 'ikje' en eigen taboes belangrijk vindt.

Ieder ander is een andere vorm van die ene Liefde en het is aan jou om niet langer bezig te zijn met zaken als kwaad of goed. Niet proberen de rechtmatigheid of de logica van al het bestaande te begrijpen en niets van al dat andere en onbegrijpelijke af te wijzen.

Dan is jouw werkelijkheid steeds weer een momentopname van je steeds groeiende inzicht in wie jij in werkelijkheid bent.


Citaat uit 'God heeft geen tijd, maar wel voor jou!' van Wim Burkunk

Wie ben ik?

Ik ben niet mijn naam.
Ik ben niet mijn lichaam.
Ik ben niet mijn verstand of mijn gedachten, noch mijn gevoelens.
Ik ben niet mijn familie.
Ik ben niet wat ik over mezelf denk.
Ik ben niet de persoon die ik denk dat ik ben.
Ik ben niet dat wat ik doe, zie, hoor of voel.
Ik ben niet de zoon van mijn ouders want dat hebben ze me verteld.
Ik ben niet de vader van mijn kinderen want dat heb ik zelf aangenomen.
Ik ben niet de man van mijn vrouw want dat hebben we zelf overeengekomen.
Ik ben niet waar ik woon en ook niet welke taal ik spreek.
Ik ben geen man want dat is maar een woord.

Dat alles ben ik niet en toch ben ik.
Rarara, wie ben ik dan?


Het antwoord op dit raadseltje vind je op geen enkele pagina, ook niet in de tekst die hierboven geciteerd wordt.

dinsdag 30 september 2008

Groeien

Wanneer je bijvoorbeeld botanica hebt gestudeerd zul je mij ongetwijfeld alles kunnen vertellen over de plantenwereld tot in de kleinste details. Heb je andere wetenschappen onder de knie dan kun je de mens eventueel ontleden tot in zijn DNA.
Ooit is men erin geslaagd om een eerste stap op de maan te zetten dankzij het menselijk vernuft dat via ingenieuze technische kennis die eerste stap mogelijk maakte. Er lopen talloze mensen rond op deze wereld die er een bijna encyclopedische kennis op nahouden over de meest diverse en uiteenlopende onderwerpen.

Vanmiddag had ik een gesprek met iemand over materie. Zelf ben ik niet zo’n wetenschapper, dus veel kon ik niet inhoudelijk bijdragen aan het gesprek. Fascinerend, dat wel. Leuk om weten ook, dat moet ik toegeven.
Op de linker hoek van mijn bureau staat een plant. Op een bepaald moment tijdens het gesprek zei ik tegen mijn gesprekspartner: ‘Vind je het niet vreemd dat de mens er schijnbaar in geslaagd is om zo’n immense hoeveelheid kennis over de dingen en de wereld in het algemeen op te doen maar dat hij nooit heeft stilgestaan bij één ding?’
Mijn gesprekspartner keek mij eerst een beetje verwonderd aan en zei toen: ‘Bij wat dan wel?’
Ik wees naar de plant op mijn bureautafel en zei hem: ‘Wat is het dat die plant doet groeien bijvoorbeeld? Wat is het dat jou beweegt? Wat is het waarin wij ons bewegen?’

Een seconde bleef het stil en toen: ‘Die plant groeit door liefde. Alles groeit door liefde.’
Ik zei niets meer. Het is immers duidelijk dat alles groeit door liefde.
Leven is niets anders dan onvoorwaardelijke Liefde.